Leer hoe je Nederlandse tijdsuitdrukkingen zoals 'deze week', 'gisteren', 'een tijd geleden' en 'vandaag' correct gebruikt met de bijpassende werkwoordstijden. Deze les helpt je gebeurtenissen duidelijk en correct in de tijd te plaatsen, met voorbeelden en aandachtspunten voor natuurlijke en foutloze zinnen.
- Deze tijdsuitdrukkingen kunnen gepaard gaan met de onvoltooid verleden tijd of de voltooid tegenwoordige tijd.
- 'Een tijd geleden' = onbepaalde tijd in het verleden.
Tijdsuitdrukking (Tijdsuitdrukking) | Voorbeeldzin (Voorbeeldzin) |
---|---|
deze week (deze week) | We hebben deze week in het zwembad getraind. (We hebben deze week in het zwembad getraind.) |
gisteren (gisteren) | Ze rende gisteren een lange afstand. (Ze rende gisteren een lange afstand.) |
een tijd geleden (een tijd geleden) | Een tijd geleden deed ik elke dag oefeningen. (Een tijd geleden deed ik elke dag oefeningen.) |
vandaag (vandaag) | Vandaag heb ik een krachttraining gedaan. (Vandaag heb ik een krachttraining gedaan.) |
Oefening 1: Tijdsuitdrukkingen (deze week, een tijd geleden, ...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Vandaag, Een tijd geleden, deze week, een tijd geleden, gisteren, Gisteren
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin met de correcte tijdsuitdrukking en juiste tijdsvorm.