A1.28: Karakter en persoonlijkheid - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

om, zuurste, warme, Dat, aan

1. Zuur:
De citroen is het ... fruit.
(De citroen is het zuurste fruit.)
2.
... schilderij heeft een rechte lijn in het midden.
(Dat schilderij heeft een rechte lijn in het midden.)
3.
Op school lacht iedereen ... de mop van de leraar.
(Op school lacht iedereen om de mop van de leraar.)
4.
Ik geef een knuffel ... mijn moeder, omdat ze verdrietig is.
(Ik geef een knuffel aan mijn moeder, omdat ze verdrietig is.)
5. Warm:
Hij draagt een ... jas in de winter.
(Hij draagt een warme jas in de winter.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Steil


Steil

2

Zenuwachtig


Zenuwachtig

3

De driehoek


De driehoek

4

Zwart


Zwart

5

Blij


Blij

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

zet, ziet, ruikt, haat

1.
Jij ... de frisse geur van de bloemen.
(Jij ruikt de frisse geur van de bloemen.)
2.
Jij ... de gele kleur van die jas.
(Jij haat de gele kleur van die jas.)
3.
Hij ... een zacht geluid dichtbij.
(Hij ziet een zacht geluid dichtbij.)
4.
Hij ... de roze bloemen in de tuin.
(Hij haat de roze bloemen in de tuin.)
5.
Hij ... het zware vierkant laag neer.
(Hij zet het zware vierkant laag neer.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Ik houd van paars omdat het mijn favoriete kleur is.
Ik houd van paars omdat het mijn favoriete kleur is.
2. Jullie ruiken de sterke smaak van de kaas.
Jullie ruiken de sterke smaak van de kaas.
3. Deze doos is zwaar, dus ik kan hem niet tillen.
Deze doos is zwaar, dus ik kan hem niet tillen.
4. Wij glimlachen als wij de markt bezoeken.
Wij glimlachen als wij de markt bezoeken.
5. Ze heeft een mooie, vriendelijke lach.
Ze heeft een mooie, vriendelijke lach.