Melden (melden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van melden (melden) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Melden (melden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 1: Reizen: op avontuur! (Reizen: op avontuur!)

Les 6: Op hotel (Op hotel)

Infinitief Voltooid deelwoord
Melden (Melden) Gemeld (Gemeld)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) meld (ik) meld
(jij) meldt/meld (jij) meldt/meld
(hij/zij/het) meldt (hij/zij/het) meldt
(wij) melden (wij) melden
(jullie) melden (jullie) melden
(zij) melden (zij) melden

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) meldde (ik) meldde
(jij) meldde/meldtest (jij) meldde/meldtest
(hij/zij/het) meldde (hij/zij/het) meldde
(wij) meldden (wij) meldden
(jullie) meldden (jullie) meldden
(zij) meldden (zij) meldden

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb gemeld (ik) heb gemeld
(jij) hebt gemeld / hebt gemeld (jij) hebt gemeld / hebt gemeld
(hij/zij/het) heeft gemeld (hij/zij/het) heeft gemeld
(wij) hebben gemeld (wij) hebben gemeld
(jullie) hebben gemeld (jullie) hebben gemeld
(zij) hebben gemeld (zij) hebben gemeld

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb gemeld (ik) heb gemeld
(jij) hebt gemeld / hebt gemeld (jij) hebt gemeld / hebt gemeld
(hij/zij/het) heeft gemeld (hij/zij/het) heeft gemeld
(wij) hebben gemeld (wij) hebben gemeld
(jullie) hebben gemeld (jullie) hebben gemeld
(zij) hebben gemeld (zij) hebben gemeld

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal melden (ik) zal melden
(jij) zal melden / zult melden (jij) zal melden / zult melden
(hij/zij/het) zal melden (hij/zij/het) zal melden
(wij) zullen melden (wij) zullen melden
(jullie) zullen melden (jullie) zullen melden
(zij) zullen melden (zij) zullen melden

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal hebben gemeld (ik) zal hebben gemeld
(jij) zal hebben gemeld / zal gemeld hebben (jij) zal hebben gemeld / zal gemeld hebben
(hij/zij/het) zal hebben gemeld (hij/zij/het) zal hebben gemeld
(wij) zullen hebben gemeld (wij) zullen hebben gemeld
(jullie) zullen hebben gemeld (jullie) zullen hebben gemeld
(zij) zullen hebben gemeld (zij) zullen hebben gemeld
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) zou hebben gemeld (ik) zou hebben gemeld
(jij) zou hebben gemeld (jij) zou hebben gemeld
(hij/zij/het) zou hebben gemeld (hij/zij/het) zou hebben gemeld
(wij) zouden hebben gemeld (wij) zouden hebben gemeld
(jullie) zouden hebben gemeld (jullie) zouden hebben gemeld
(zij) zouden hebben gemeld (zij) zouden hebben gemeld

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou gemeld hebben ik zou gemeld hebben
jij zou gemeld hebben jij zou gemeld hebben
hij/zij/het zou gemeld hebben hij/zij/het zou gemeld hebben
wij zouden gemeld hebben wij zouden gemeld hebben
jullie zouden gemeld hebben jullie zouden gemeld hebben
zij zouden gemeld hebben zij zouden gemeld hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Meld! Meld!