Nemen (nemen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van nemen (nemen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Nemen (Nemen) |
Genomen (Genomen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) neem |
(ik) neem |
(jij) neemt / neem |
(jij) neemt / neem |
(hij/zij/het) neemt |
(hij/zij/het) neemt |
(wij) nemen |
(wij) nemen |
(jullie) nemen |
(jullie) nemen |
(zij) nemen |
(zij) nemen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) nam |
(ik) nam |
(jij) nam/namt |
(jij) nam/namt |
(hij/zij/het) nam |
(hij/zij/het) nam |
(wij) namen |
(wij) namen |
(jullie) namen |
(jullie) namen |
(zij) namen |
(zij) namen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb genomen |
(ik) heb genomen |
(jij) hebt genomen |
(jij) hebt genomen |
(hij/zij/het) heeft genomen |
(hij/zij/het) heeft genomen |
(wij) hebben genomen |
(wij) hebben genomen |
(jullie) hebben genomen |
(jullie) hebben genomen |
(zij) hebben genomen |
(zij) hebben genomen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb genomen |
(ik) heb genomen |
(jij) hebt genomen |
(jij) hebt genomen |
(hij/zij/het) heeft genomen |
(hij/zij/het) heeft genomen |
(wij) hebben genomen |
(wij) hebben genomen |
(jullie) hebben genomen |
(jullie) hebben genomen |
(zij) hebben genomen |
(zij) hebben genomen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal genomen hebben |
(ik) zal genomen hebben |
(jij) zult/zal genomen hebben |
(jij) zult/zal genomen hebben |
(hij/zij/het) zal genomen hebben |
(hij/zij/het) zal genomen hebben |
(wij) zullen genomen hebben |
(wij) zullen genomen hebben |
(jullie) zullen genomen hebben |
(jullie) zullen genomen hebben |
(zij) zullen genomen hebben |
(zij) zullen genomen hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal genomen hebben |
(ik) zal genomen hebben |
(jij) zult/zal genomen hebben |
(jij) zult/zal genomen hebben |
(hij/zij/het) zal genomen hebben |
(hij/zij/het) zal genomen hebben |
(wij) zullen genomen hebben |
(wij) zullen genomen hebben |
(jullie) zullen genomen hebben |
(jullie) zullen genomen hebben |
(zij) zullen genomen hebben |
(zij) zullen genomen hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou nemen |
(ik) zou nemen |
(jij) zou nemen |
(jij) zou nemen |
(hij/zij/het) zou nemen |
(hij/zij/het) zou nemen |
(wij) zouden nemen |
(wij) zouden nemen |
(jullie) zouden nemen |
(jullie) zouden nemen |
(zij) zouden nemen |
(zij) zouden nemen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou genomen hebben |
(ik) zou genomen hebben |
(jij) zou genomen hebben |
(jij) zou genomen hebben |
(hij/zij/het) zou genomen hebben |
(hij/zij/het) zou genomen hebben |
(wij) zouden genomen hebben |
(wij) zouden genomen hebben |
(jullie) zouden genomen hebben |
(jullie) zouden genomen hebben |
(zij) zouden genomen hebben |
(zij) zouden genomen hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Neem! |
Neem! |
|