Organiseren (organiseren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van organiseren (organiseren) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Organiseren (Organiseren) |
Georganiseerd (Georganiseerd) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) organiseer |
(ik) organiseer |
(jij) organiseert/organiseer |
(jij) organiseert/organiseer |
(hij/zij/het) organiseert |
(hij/zij/het) organiseert |
(wij) organiseren |
(wij) organiseren |
(jullie) organiseren |
(jullie) organiseren |
(zij) organiseren |
(zij) organiseren |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) organiseerde |
(ik) organiseerde |
(jij) organiseerde / organiseerde |
(jij) organiseerde / organiseerde |
(hij/zij/het) organiseerde |
(hij/zij/het) organiseerde |
(wij) organiseerden |
(wij) organiseerden |
(jullie) organiseerden |
(jullie) organiseerden |
(zij) organiseerden |
(zij) organiseerden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb georganiseerd |
(ik) heb georganiseerd |
(jij) hebt georganiseerd / heeft georganiseerd |
(jij) hebt georganiseerd / heeft georganiseerd |
(hij/zij/het) heeft georganiseerd |
(hij/zij/het) heeft georganiseerd |
(wij) hebben georganiseerd |
(wij) hebben georganiseerd |
(jullie) hebben georganiseerd |
(jullie) hebben georganiseerd |
(zij) hebben georganiseerd |
(zij) hebben georganiseerd |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb georganiseerd |
(ik) heb georganiseerd |
(jij) hebt georganiseerd/hebt georganiseerd |
(jij) hebt georganiseerd/hebt georganiseerd |
(hij/zij/het) heeft georganiseerd |
(hij/zij/het) heeft georganiseerd |
(wij) hebben georganiseerd |
(wij) hebben georganiseerd |
(jullie) hebben georganiseerd |
(jullie) hebben georganiseerd |
(zij) hebben georganiseerd |
(zij) hebben georganiseerd |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal organiseren |
(ik) zal organiseren |
(jij) zult organiseren / zal organiseren |
(jij) zult organiseren / zal organiseren |
(hij/zij/het) zal organiseren |
(hij/zij/het) zal organiseren |
(wij) zullen organiseren |
(wij) zullen organiseren |
(jullie) zullen organiseren |
(jullie) zullen organiseren |
(zij) zullen organiseren |
(zij) zullen organiseren |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal hebben georganiseerd |
(ik) zal hebben georganiseerd |
(jij) zal/zult hebben georganiseerd |
(jij) zal/zult hebben georganiseerd |
(hij/zij/het) zal hebben georganiseerd |
(hij/zij/het) zal hebben georganiseerd |
(wij) zullen hebben georganiseerd |
(wij) zullen hebben georganiseerd |
(jullie) zullen hebben georganiseerd |
(jullie) zullen hebben georganiseerd |
(zij) zullen hebben georganiseerd |
(zij) zullen hebben georganiseerd |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou organiseren |
ik zou organiseren |
jij zou organiseren |
jij zou organiseren |
hij/zij/het zou organiseren |
hij/zij/het zou organiseren |
wij zouden organiseren |
wij zouden organiseren |
jullie zouden organiseren |
jullie zouden organiseren |
zij zouden organiseren |
zij zouden organiseren |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) conditionele verleden tijd (compound) |
(ik) conditionele verleden tijd (compound) |
(jij) ik zou georganiseerd hebben |
(jij) ik zou georganiseerd hebben |
(hij/zij/het) jij zou georganiseerd hebben / zou je georganiseerd hebben |
(hij/zij/het) jij zou georganiseerd hebben / zou je georganiseerd hebben |
(wij) hij/zij/het zou georganiseerd hebben |
(wij) hij/zij/het zou georganiseerd hebben |
(jullie) wij zouden georganiseerd hebben |
(jullie) wij zouden georganiseerd hebben |
(zij) jullie zouden georganiseerd hebben |
(zij) jullie zouden georganiseerd hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Organiseer! |
Organiseer! |
|