Regeren (regeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van regeren (regeren) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Regeren (Regeren) |
Geregeerd (Geregeerd) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) regeer |
(ik) regeer |
(jij) regeert/regeer |
(jij) regeert/regeer |
(hij/zij/het) regeert |
(hij/zij/het) regeert |
(wij) regeren |
(wij) regeren |
(jullie) regeren |
(jullie) regeren |
(zij) regeren |
(zij) regeren |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) regeerde |
(ik) regeerde |
(jij) regeerde/regeerde |
(jij) regeerde/regeerde |
(hij/zij/het) regeerde |
(hij/zij/het) regeerde |
(wij) regeerden |
(wij) regeerden |
(jullie) regeerden |
(jullie) regeerden |
(zij) regeerden |
(zij) regeerden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geregeerd |
(ik) heb geregeerd |
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd |
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd |
(hij/zij/het) heeft geregeerd |
(hij/zij/het) heeft geregeerd |
(wij) hebben geregeerd |
(wij) hebben geregeerd |
(jullie) hebben geregeerd |
(jullie) hebben geregeerd |
(zij) hebben geregeerd |
(zij) hebben geregeerd |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geregeerd |
(ik) heb geregeerd |
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd |
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd |
(hij/zij/het) heeft geregeerd |
(hij/zij/het) heeft geregeerd |
(wij) hebben geregeerd |
(wij) hebben geregeerd |
(jullie) hebben geregeerd |
(jullie) hebben geregeerd |
(zij) hebben geregeerd |
(zij) hebben geregeerd |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal regeren |
(ik) zal regeren |
(jij) zal/zult regeren |
(jij) zal/zult regeren |
(hij/zij/het) zal regeren |
(hij/zij/het) zal regeren |
(wij) zullen regeren |
(wij) zullen regeren |
(jullie) zullen regeren |
(jullie) zullen regeren |
(zij) zullen regeren |
(zij) zullen regeren |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal geregeerd hebben |
(ik) zal geregeerd hebben |
(jij) zult geregeerd hebben / zal geregeerd hebben |
(jij) zult geregeerd hebben / zal geregeerd hebben |
(hij/zij/het) zal geregeerd hebben |
(hij/zij/het) zal geregeerd hebben |
(wij) zullen geregeerd hebben |
(wij) zullen geregeerd hebben |
(jullie) zullen geregeerd hebben |
(jullie) zullen geregeerd hebben |
(zij) zullen geregeerd hebben |
(zij) zullen geregeerd hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) conditionele_tegenwoordige_tijd (compound) |
(ik) conditionele_tegenwoordige_tijd (compound) |
(jij) ik zou regeren |
(jij) ik zou regeren |
(hij/zij/het) jij zou regeren |
(hij/zij/het) jij zou regeren |
(wij) hij/zij/het zou regeren |
(wij) hij/zij/het zou regeren |
(jullie) wij zouden regeren |
(jullie) wij zouden regeren |
(zij) jullie zouden regeren |
(zij) jullie zouden regeren |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou geregeerd hebben |
(ik) zou geregeerd hebben |
(jij) zou geregeerd hebben |
(jij) zou geregeerd hebben |
(hij/zij/het) zou geregeerd hebben |
(hij/zij/het) zou geregeerd hebben |
(wij) zouden geregeerd hebben |
(wij) zouden geregeerd hebben |
(jullie) zouden geregeerd hebben |
(jullie) zouden geregeerd hebben |
(zij) zouden geregeerd hebben |
(zij) zouden geregeerd hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Regeer! |
Regeer! |
|