10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Solliciteren (solliciteren) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Solliciteren (solliciteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Solliciteren - Verbuiging van solliciteren in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Solliciteren (solliciteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Op zoek naar een baan (Op zoek naar een baan)

Vervoeging van solliciteren in de voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

Nederlands Nederlands
(ik) heb gesolliciteerd (ik) heb gesolliciteerd
(jij) hebt gesolliciteerd / hebt gesolliciteerd (jij) hebt gesolliciteerd / hebt gesolliciteerd
(hij/zij/het) heeft gesolliciteerd (hij/zij/het) heeft gesolliciteerd
(wij) hebben gesolliciteerd (wij) hebben gesolliciteerd
(jullie) hebben gesolliciteerd (jullie) hebben gesolliciteerd
(zij) hebben gesolliciteerd (zij) hebben gesolliciteerd

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik heb gisteren op die vacature gesolliciteerd. Ik heb gisteren op die vacature gesolliciteerd.
Jij hebt je cv al naar het uitzendbureau gestuurd. Jij hebt je cv al naar het uitzendbureau gestuurd.
Hij heeft zijn sollicitatiebrief netjes georganiseerd. Hij heeft zijn sollicitatiebrief netjes georganiseerd.
Wij hebben op de jobbeschrijving goed gelet. Wij hebben op de jobbeschrijving goed gelet.
Jullie hebben het sollicitatiegesprek goed voorbereid. Jullie hebben het sollicitatiegesprek goed voorbereid.
Zij hebben hun werkervaring duidelijk vermeld in het cv. Zij hebben hun werkervaring duidelijk vermeld in het cv.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

heb, hebben, gesolliciteerd, heeft, hebt

1.
Hij ... zijn sollicitatiebrief netjes georganiseerd.
(Hij heeft zijn sollicitatiebrief netjes georganiseerd.)
2.
Jullie ... het sollicitatiegesprek goed voorbereid.
(Jullie hebben het sollicitatiegesprek goed voorbereid.)
3.
Ik ... gisteren op die vacature ....
(Ik heb gisteren op die vacature gesolliciteerd.)
4.
Zij ... hun werkervaring duidelijk vermeld in het cv.
(Zij hebben hun werkervaring duidelijk vermeld in het cv.)
5.
Jij ... je cv al naar het uitzendbureau gestuurd.
(Jij hebt je cv al naar het uitzendbureau gestuurd.)
6.
Wij ... op de jobbeschrijving goed gelet.
(Wij hebben op de jobbeschrijving goed gelet.)