Staan (staan) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Staan (staan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Staan - Vervoeging van Staan in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Staan (staan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Als toerist in de stad (Als toerist in de stad)

Vervoeging van staan in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) sta (ik) sta
(jij) staat / sta (jij) staat / sta
(hij/zij/het) staat (hij/zij/het) staat
(wij) staan (wij) staan
(jullie) staan (jullie) staan
(zij) staan (zij) staan

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik sta bij de ingang van het museum. Ik sta bij de ingang van het museum.
Sta jij even bij de receptie te wachten? Sta jij even bij de receptie te wachten?
De gids staat bij het monument klaar. De gids staat bij het monument klaar.
Wij staan samen voor de kerk te wachten. Wij staan samen voor de kerk te wachten.
Staan jullie op de plattegrond de straat te zoeken? Staan jullie op de plattegrond de straat te zoeken?
Zij staan naast het toeristenbureau te praten. Zij staan naast het toeristenbureau te praten.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

staan, sta, staat

1.
Wij ... samen voor de kerk te wachten.
(Wij staan samen voor de kerk te wachten.)
2.
... jij even bij de receptie te wachten?
(Sta jij even bij de receptie te wachten?)
3.
De gids ... bij het monument klaar.
(De gids staat bij het monument klaar.)
4.
Ik ... bij de ingang van het museum.
(Ik sta bij de ingang van het museum.)
5.
... jullie op de plattegrond de straat te zoeken?
(Staan jullie op de plattegrond de straat te zoeken?)
6.
Zij ... naast het toeristenbureau te praten.
(Zij staan naast het toeristenbureau te praten.)