Verbinden (verbinden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van verbinden (verbinden) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Verbinden (Verbinden) |
Verbonden (Verbonden) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) onvoltooid_tegenwoordige_tijd |
(ik) onvoltooid_tegenwoordige_tijd |
(jij) verbind |
(jij) verbind |
(hij/zij/het) verbindt / verbind |
(hij/zij/het) verbindt / verbind |
(wij) verbindt |
(wij) verbindt |
(jullie) verbinden |
(jullie) verbinden |
(zij) verbinden |
(zij) verbinden |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) verbond |
(ik) verbond |
(jij) verbond/verbondest |
(jij) verbond/verbondest |
(hij/zij/het) verbond |
(hij/zij/het) verbond |
(wij) verbonden |
(wij) verbonden |
(jullie) verbonden |
(jullie) verbonden |
(zij) verbonden |
(zij) verbonden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb verbonden |
(ik) heb verbonden |
(jij) hebt verbonden / hebt verbonden? |
(jij) hebt verbonden / hebt verbonden? |
(hij/zij/het) heeft verbonden |
(hij/zij/het) heeft verbonden |
(wij) hebben verbonden |
(wij) hebben verbonden |
(jullie) hebben verbonden |
(jullie) hebben verbonden |
(zij) hebben verbonden |
(zij) hebben verbonden |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb verbonden |
(ik) heb verbonden |
(jij) hebt verbonden/hebt verbonden |
(jij) hebt verbonden/hebt verbonden |
(hij/zij/het) heeft verbonden |
(hij/zij/het) heeft verbonden |
(wij) hebben verbonden |
(wij) hebben verbonden |
(jullie) hebben verbonden |
(jullie) hebben verbonden |
(zij) hebben verbonden |
(zij) hebben verbonden |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal verbinden |
(ik) zal verbinden |
(jij) zal verbinden / zult verbinden |
(jij) zal verbinden / zult verbinden |
(hij/zij/het) zal verbinden |
(hij/zij/het) zal verbinden |
(wij) zullen verbinden |
(wij) zullen verbinden |
(jullie) zullen verbinden |
(jullie) zullen verbinden |
(zij) zullen verbinden |
(zij) zullen verbinden |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal verbonden hebben |
(ik) zal verbonden hebben |
(jij) zul verbonden hebben / zal verbonden hebben |
(jij) zul verbonden hebben / zal verbonden hebben |
(hij/zij/het) zal verbonden hebben |
(hij/zij/het) zal verbonden hebben |
(wij) zullen verbonden hebben |
(wij) zullen verbonden hebben |
(jullie) zullen verbonden hebben |
(jullie) zullen verbonden hebben |
(zij) zullen verbonden hebben |
(zij) zullen verbonden hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou verbinden |
ik zou verbinden |
jij zou verbinden / zou jij verbinden |
jij zou verbinden / zou jij verbinden |
(hij/zij/het) hij zou verbinden / zij zou verbinden / het zou verbinden |
(hij/zij/het) hij zou verbinden / zij zou verbinden / het zou verbinden |
wij zouden verbinden |
wij zouden verbinden |
jullie zouden verbinden |
jullie zouden verbinden |
zij zouden verbinden |
zij zouden verbinden |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou verbonden hebben |
ik zou verbonden hebben |
jij zou verbonden hebben / zou verbonden hebben |
jij zou verbonden hebben / zou verbonden hebben |
(hij/zij/het) hij zou verbonden hebben / zij zou verbonden hebben / het zou verbonden hebben |
(hij/zij/het) hij zou verbonden hebben / zij zou verbonden hebben / het zou verbonden hebben |
wij zouden verbonden hebben |
wij zouden verbonden hebben |
jullie zouden verbonden hebben |
jullie zouden verbonden hebben |
zij zouden verbonden hebben |
zij zouden verbonden hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Verbind! |
Verbind! |
|