Verzenden (verzenden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van verzenden (verzenden) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Verzenden (verzenden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 6: Op het werk (Op het werk)

Les 37: Op zoek naar een baan (Op zoek naar een baan)

Infinitief Voltooid deelwoord
Verzenden (Verzenden) Verzonden (Verzonden)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) verzend (ik) verzend
(jij) verzendt/verzend (jij) verzendt/verzend
(hij/zij/het) verzendt (hij/zij/het) verzendt
(wij) verzenden (wij) verzenden
(jullie) verzenden (jullie) verzenden
(zij) verzenden (zij) verzenden

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) verzond (ik) verzond
(jij) verzond/verzondde (jij) verzond/verzondde
(hij/zij/het) verzond (hij/zij/het) verzond
(wij) verzonden (wij) verzonden
(jullie) verzonden (jullie) verzonden
(zij) verzonden (zij) verzonden

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb verzonden (ik) heb verzonden
(jij) hebt verzonden/heb je verzonden (jij) hebt verzonden/heb je verzonden
(hij/zij/het) heeft verzonden (hij/zij/het) heeft verzonden
(wij) hebben verzonden (wij) hebben verzonden
(jullie) hebben verzonden (jullie) hebben verzonden
(zij) hebben verzonden (zij) hebben verzonden

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
ik had verzonden ik had verzonden
jij had verzonden / had jij verzonden jij had verzonden / had jij verzonden
hij/zij/het had verzonden hij/zij/het had verzonden
wij hadden verzonden wij hadden verzonden
jullie hadden verzonden jullie hadden verzonden
zij hadden verzonden zij hadden verzonden

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal verzenden (ik) zal verzenden
(jij) zal verzenden / zult verzenden (jij) zal verzenden / zult verzenden
(hij/zij/het) zal verzenden (hij/zij/het) zal verzenden
(wij) zullen verzenden (wij) zullen verzenden
(jullie) zullen verzenden (jullie) zullen verzenden
(zij) zullen verzenden (zij) zullen verzenden

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal hebben verzonden (ik) zal hebben verzonden
(jij) zal/zult hebben verzonden (jij) zal/zult hebben verzonden
(hij/zij/het) zal hebben verzonden (hij/zij/het) zal hebben verzonden
(wij) zullen hebben verzonden (wij) zullen hebben verzonden
(jullie) zullen hebben verzonden (jullie) zullen hebben verzonden
(zij) zullen hebben verzonden (zij) zullen hebben verzonden
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
ik zou verzenden ik zou verzenden
jij zou verzenden / zou jij verzenden jij zou verzenden / zou jij verzenden
(hij/zij/het) hij zou verzenden / zij zou verzenden / het zou verzenden (hij/zij/het) hij zou verzenden / zij zou verzenden / het zou verzenden
wij zouden verzenden wij zouden verzenden
jullie zouden verzenden jullie zouden verzenden
zij zouden verzenden zij zouden verzenden

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou verzonden hebben ik zou verzonden hebben
jij zou verzonden hebben jij zou verzonden hebben
hij/zij/het zou verzonden hebben hij/zij/het zou verzonden hebben
wij zouden verzonden hebben wij zouden verzonden hebben
jullie zouden verzonden hebben jullie zouden verzonden hebben
zij zouden verzonden hebben zij zouden verzonden hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Verzend! Verzend!