Zich aanmelden (zich aanmelden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Zich aanmelden (zich aanmelden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zich aanmelden - Vervoeging van zich aanmelden in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd van de aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Zich aanmelden (zich aanmelden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Thuiswerken of op kantoor? (Thuiswerken of op kantoor?)

Vervoeging van zich aanmelden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) meld me aan (ik) meld me aan
(jij) meldt je aan/meld aan (jij) meldt je aan/meld aan
(hij/zij/het) meldt zich aan (hij/zij/het) meldt zich aan
(wij) melden ons aan (wij) melden ons aan
(jullie) melden je aan/melden je aan (jullie) melden je aan/melden je aan
(zij) melden zich aan (zij) melden zich aan

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik meld me aan voor het digitale platform. Ik meld me aan voor het digitale platform.
Meld je aan voor het videogesprek straks? Meld je aan voor het videogesprek straks?
Hij meldt zich aan via de computer. Hij meldt zich aan via de computer.
Wij melden ons aan voor het telewerken. Wij melden ons aan voor het telewerken.
Jullie melden je aan bij de verbindingsdienst. Jullie melden je aan bij de verbindingsdienst.
Zij melden zich aan voor het teamoverleg. Zij melden zich aan voor het teamoverleg.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

meldt zich aan, melden zich aan, melden, je, aan, meld, meld me aan, melden ons aan

1.
Ik ... voor het digitale platform.
(Ik meld me aan voor het digitale platform.)
2.
... ... ... voor het videogesprek straks?
(Meld je aan voor het videogesprek straks?)
3.
Hij ... via de computer.
(Hij meldt zich aan via de computer.)
4.
Wij ... voor het telewerken.
(Wij melden ons aan voor het telewerken.)
5.
Jullie ... ... ... bij de verbindingsdienst.
(Jullie melden je aan bij de verbindingsdienst.)
6.
Zij ... voor het teamoverleg.
(Zij melden zich aan voor het teamoverleg.)