Bijwoord (Bijwoord) | Betekenis (Betekenis) | Voorbeeldzin (Voorbeeldzin) |
---|---|---|
binnenkort | In de nabije toekomst (In de nabije toekomst) | Ik begin binnenkort mijn eigen bedrijf. (Ik begin binnenkort mijn eigen bedrijf.) |
pas | Net of onlangs (Net of onlangs) | Ik heb pas de boekhouding gedaan. (Ik heb pas de boekhouding gedaan.) |
misschien | Onzekerheid, mogelijkheid (Onzekerheid, mogelijkheid) | Misschien investeer ik volgende maand in iets groots. (Misschien investeer ik volgende maand in iets groots.) |
graag | Met plezier, wens (Met plezier, wens) | Ik werk graag samen met mijn collega's. (Ik werk graag samen met mijn collega's.) |
anders | Alternatief, waarschuwing (Alternatief, waarschuwing) | Je moet het anders aanpakken om winst te maken. (Je moet het anders aanpakken om winst te maken.) |
Oefening 1: Bijwoorden: binnenkort, pas, misschien, graag, anders
Instructie: Vul het juiste woord in.
binnenkort, graag, Misschien, Binnenkort, Pas
1.
... moet ik meer in de marketing investeren.
(Misschien moet ik meer in de marketing investeren. )
2.
... starten we een nieuw bedrijf in de stad.
(Binnenkort starten we een nieuw bedrijf in de stad.)
3.
Mijn collega helpt ... met de boekhouding.
(Mijn collega helpt graag met de boekhouding.)
4.
... na het vergaderen maak ik de winst bekend.
(Pas na het vergaderen maak ik de winst bekend.)
5.
Ik werk ... met mijn collega samen.
(Ik werk graag met mijn collega samen.)
6.
... heeft de concurrent een beter idee.
(Misschien heeft de concurrent een beter idee.)
7.
Ik begin ... met mijn nieuwe administratie.
(Ik begin binnenkort met mijn nieuwe administratie.)
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Choose the correct sentence with the right adverb from the options. Pay close attention to the correct use of the adverbs: binnenkort, pas, misschien, graag, anders.
1.
"Pas" betekent recent of net, maar de combinatie met "straks" is ongrammaticaal en onlogisch in deze zin.
De combinatie en volgorde van "misschien" en "binnenkort" is hier verwarrend en niet natuurlijk.
2.
"Graag" geeft voorkeur aan, maar hier past "pas" beter omdat het om recente handeling gaat.
"Binnenkort" verwijst naar de toekomst, maar de zin staat in de verleden tijd; daardoor is het fout.
3.
Het woord "al" aan het einde is hier overbodig en klinkt niet natuurlijk.
De woordvolgorde is onjuist; in een hoofdzin staat het werkwoord altijd op de tweede plaats.
4.
De woordvolgorde is fout; "graag" hoort na het werkwoord te staan.
De combinatie "anders graag" is grammaticaal incorrect en onlogisch.