Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Gebruik (Gebruik)Voorbeelden (Voorbeelden)
Meervoud (Meervoud)Daar lopen kinderen. (Daar lopen kinderen.)
Namen van personen (Namen van personen)Zijn naam is Piet Jansen. (Zijn naam is Piet Jansen.)
Namen van landen, eilanden, provincies, steden en dorpen (Namen van landen, eilanden, provincies, steden en dorpen)Ik woon in Amsterdam (Ik woon in Amsterdam)
Vaste uitdrukkingen (Vaste uitdrukkingen)

 

op straat (op straat)
op school (op school)
per jaar (per jaar)
 

Maanden en dagen (Maanden en dagen)In juli ga ik op vakantie. (In juli ga ik op vakantie.)
Niet-telbare zelfstandige naamwoorden (Niet-telbare zelfstandige naamwoorden)Zij drinkt water. (Zij drinkt water.)
Beroepen (Beroepen)Mijn vader is agent. (Mijn vader is agent.)
Nationaliteiten zonder lidwoord (Nationaliteiten zonder lidwoord)John is Engelsman. (John is Engelsman.)

Oefening 1: Wanneer geen artikel gebruiken

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

de, een, /

1.
Ik zie ... pet op de grond liggen.
(Ik zie een pet op de grond liggen.)
2.
Hij pakt ... handtas en gaat naar de winkel.
(Hij pakt de handtas en gaat naar de winkel.)
3.
Daar lopen ... toeristen met rugzakken.
(Daar lopen / toeristen met rugzakken.)
4.
Ze draagt ... bikini naar het zwembad.
(Ze draagt een bikini naar het zwembad.)
5.
Ik neem mijn koffer mee naar ... Amsterdam.
(Ik neem mijn koffer mee naar / Amsterdam.)
6.
In ... juli ga ik op vakantie naar Spanje.
(In / juli ga ik op vakantie naar Spanje.)
7.
Hij pakt ... handdoek uit zijn rugzak.
(Hij pakt de handdoek uit zijn rugzak.)
8.
Elke ochtend drink ik koffie met ... suiker.
(Elke ochtend drink ik koffie met / suiker.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Choose the correct sentence without an article according to the rules of Dutch.

1.
'Een' gebruik je niet bij meervoud zoals 'kleren'.
Bij meervoud is hier geen lidwoord nodig; 'de' is hier onjuist.
2.
Bij beroepen gebruik je geen lidwoord; 'de' is hier fout.
Bij beroepen als functie gebruik je meestal geen lidwoord.
3.
Landen krijgen in het Nederlands meestal geen lidwoord.
Maanden zoals juli gebruik je zonder lidwoord.
4.
Als 'water' algemeen bedoeld is, gebruik je geen lidwoord.
'Water' is niet telbaar en krijgt hier geen lidwoord.