- 'Niet' staat meestal achter het werkwoord of voor het woord dat ontkend wordt.
- Bij een zin met infinitief wordt 'niet' meestal achter de infinitief geplaatst, behalve wanneer er nog een vervoegd werkwoord in de hoofdzin staat.
Type | Positief (Positief) | Negatief (Negatief) |
---|---|---|
Zelfstandig naamwoord zonder lidwoord (Zelfstandig naamwoord zonder lidwoord) | Ik heb geld. | Ik heb geen geld. |
Werkwoord (Werkwoord) | Wij gaan zwemmen. Wij werken. | Wij gaan niet zwemmen. Wij werken niet. |
Infinitief | Wij werken. Ik kan zwemmen. | Wij werken niet. Ik kan niet zwemmen. |
Bijvoeglijk naamwoord (Bijvoeglijk naamwoord) | Hij is vriendelijk. | Hij is niet vriendelijk. |
Oefening 1: Negatie
Instructie: Vul het juiste woord in.
geen, niet
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik vind hem ______ vriendelijk.
2. Zij heeft ______ geduld.
3. Wij spreken ______ hard.
4. Hij is ______ spontaan.
5. Ik heb ______ overzicht.
6. Jij kunt ______ goed luisteren.