- Soms verandert de klinker in het meervoud. Bijvoorbeeld:lid → leden.
- Korte klinkers worden soms als lange klinkers uitgesproken: gat → gaten.
- Sommige woorden krijgen een meervoud op -eren: ei → eieren.
Enkelvoud (Enkelvoud) | Meervoud (Meervoud) | Uitzondering (Uitzondering) |
---|---|---|
het lid (het lid) het schip (het schip) de stad (de stad) | de leden (de leden) de schepen (de schepen) de steden (de steden) | Klinkerverandering (Klinkerverandering) |
het dak (het dak) het gat (het gat) het glas (het glas) de dag (de dag) | de daken (de daken) de gaten (de gaten) de glazen (de glazen) de dagen (de dagen) | Van korte naar lange klinker (Van korte naar lange klinker) |
het kind (het kind) het ei (het ei) | de kinderen (de kinderen) de eieren (de eieren) | Meervoud op -eren (Meervoud op -eren) |
de broer (de broer) de oom (de oom) | de broers (de broers) de ooms (de ooms) | Meervoud op -s (Meervoud op -s) |
Oefening 1: Uitzonderingen bij het meervoud
Instructie: Vul het juiste woord in.
ooms, eieren, leden, steden, schepen, broers, bladeren, kinderen
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Choose the correct sentence in which the plural is correctly applied according to the exceptions in Dutch.