Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je Nederlandse vraagzinnen vormt met de juiste woordvolgorde, zowel met als zonder vraagwoord. Begrijp de plaats van het vraagwoord, de persoonsvorm en het onderwerp voor correcte vragen. Bijvoorbeeld: 'Heeft de manager vandaag de vacature bekeken?' en 'Wanneer heeft de manager de vacature bekeken?'. Ontdek de regels en verschil met andere talen om beter te communiceren.
  1. Het vraagwoord staat altijd op de eerste plaats.
  2. De persoonsvorm volgt direct na het vraagwoord in vragende zinnen met een vraagwoord.
  3. De andere zinsdelen blijven in hun normale volgorde na persoonsvorm.
 Woordvolgorde (Woordvolgorde)Voorbeeld (Voorbeeld)
Zonder vraagwoord (Zonder vraagwoord)Persoonsvorm - Onderwerp - Tijd - Plaats - Lijdend voorwerp (Persoonsvorm - Onderwerp - Tijd - Plaats - Lijdend voorwerp)Heeft de manager vandaag de vacature bekeken? (Heeft de manager vandaag de vacature bekeken?)
Met een vraagwoord (Met een vraagwoord)Vraagwoord - Persoonsvorm - Onderwerp - Tijd - Plaats - Lijdend voorwerp (Vraagwoord - Persoonsvorm - Onderwerp - Tijd - Plaats - Lijdend voorwerp)Wanneer heeft de manager de vacature bekeken? (Wanneer heeft de manager de vacature bekeken?)

Oefening 1: Vraagzin

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Waar, Wat, Heeft, gestuurd, Welk, vindt

1.
... neem je mee naar het sollicitatiegesprek?
(Wat neem je mee naar het sollicitatiegesprek?)
2.
Heb je vandaag een brief ... naar HR?
(Heb je vandaag een brief gestuurd naar HR?)
3.
Waar ... de training voor nieuwe medewerkers plaats?
(Waar vindt de training voor nieuwe medewerkers plaats?)
4.
... wordt het interview gehouden?
(Waar wordt het interview gehouden?)
5.
... zijn de vereisten voor de nieuwe functie?
(Wat zijn de vereisten voor de nieuwe functie?)
6.
... voordeel heeft een contract bij dit bedrijf volgens jou?
(Welk voordeel heeft een contract bij dit bedrijf volgens jou?)
7.
... de directeur het salaris voor deze maand al bevestigd?
(Heeft de directeur het salaris voor deze maand al bevestigd?)
8.
... de manager het contract gisteren ondertekend?
(Heeft de manager het contract gisteren ondertekend?)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste vraagzin volgens de regels van de Nederlandse vraagzin (vraagwoord plus juiste volgorde van werkwoord en onderwerp).

1.
De persoonsvorm moet direct na het vraagwoord komen; hier staat het onderwerp te vroeg.
Een vraagzin met een vraagwoord moet altijd met het vraagwoord beginnen.
2.
De woordvolgorde is verkeerd; het lijdend voorwerp moet na de andere zinsdelen komen.
Zonder vraagwoord moet de persoonsvorm vóór het onderwerp komen in een vraagzin.
3.
Een vraagzin met een vraagwoord moet beginnen met het vraagwoord.
De persoonsvorm moet direct na het vraagwoord komen; hier staat het onderwerp eerst.
4.
De persoonsvorm moet direct na het vraagwoord komen, niet ervoor.
Een vraagzin met vraagwoord moet beginnen met het vraagwoord gevolgd door de persoonsvorm.

Vraagzinnen in het Nederlands

In deze les leer je hoe je correcte vraagzinnen vormt in het Nederlands, zowel met als zonder vraagwoord. Het is belangrijk om te weten hoe de woordvolgorde werkt om duidelijk en correct te communiceren. Bijvoorbeeld, bij een vraag zonder vraagwoord begint de zin altijd met de persoonsvorm gevolgd door het onderwerp.

Woordvolgorde zonder vraagwoord

De volgorde van de delen in een vraag zonder vraagwoord is:
Persoonsvorm - Onderwerp - Tijd - Plaats - Lijdend voorwerp. Een voorbeeld hiervan is: Heeft de manager vandaag de vacature bekeken? Dit is een directe ja/nee-vraag waarbij de persoonsvorm voor het onderwerp staat.

Woordvolgorde met een vraagwoord

Wanneer je een vraagwoord gebruikt, komt dit woord altijd aan het begin van de zin. Direct daarna volgt de persoonsvorm, en dan het onderwerp. De rest van de zin, zoals tijd, plaats en lijdend voorwerp, blijft op hun plek na de persoonsvorm. Bijvoorbeeld: Wanneer heeft de manager de vacature bekeken?

Belangrijke regels

  • Het vraagwoord (wie, wat, wanneer, waar, waarom, hoe) staat altijd op de eerste plaats.
  • De persoonsvorm volgt direct na het vraagwoord in vragende zinnen met een vraagwoord.
  • De overige zinsdelen behouden hun normale volgorde na de persoonsvorm.

Verschillen met instructietaal

In het Nederlands is de vaste plaats van de persoonsvorm erg belangrijk bij het vormen van vragen, wat anders is dan in sommige andere talen waar de volgorde vaak minder strikt is. Ook worden veel Nederlandse vraagzinnen gevormd met inversie (omkering van onderwerp en persoonsvorm) zonder dat er een vraagwoord is, wat in het Engels bijvoorbeeld minder voorkomt.

Handige woorden en zinnen:
Vraagwoord (vraagwoord), Persoonsvorm (werkwoordsvorm), Onderwerp (wie of wat doet iets), Heeft de manager gekeken? (Heeft de manager gekeken?)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 08/07/2025 02:14