10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Nederlands A1.34: Huishoudelijke apparaten - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tussen, gaan, Het sneeuwt, zesentwintigste, Het waait

1. Waaien:
... hard langs de kust.
(Het waait hard langs de kust.)
2.
De winkel is gesloten ... twaalf en één uur.
(De winkel is gesloten tussen twaalf en één uur.)
3. 26:
De hoeveelste is het vandaag? Het is de ....
(De hoeveelste is het vandaag? Het is de zesentwintigste.)
4. Sneeuwen:
... in de bergen in de winter.
(Het sneeuwt in de bergen in de winter.)
5.
Volgend jaar ... we samen reizen.
(Volgend jaar gaan we samen reizen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De vloer


De vloer

2

De gezondheid


De gezondheid

3

Geblesseerd


Geblesseerd

4

Het bureau


Het bureau

5

De deur


De deur

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. De muur van de woonkamer is wit en groot.
De muur van de woonkamer is wit en groot.
2. De gezonde kinderen spelen buiten.
De gezonde kinderen spelen buiten.
3. Ze zijn allemaal moe na de lange wandeling.
Ze zijn allemaal moe na de lange wandeling.
4. Koorts maakt je ziek en je moet rusten.
Koorts maakt je ziek en je moet rusten.
5. Binnen in de garage staat de blauwe auto geparkeerd.
Binnen in de garage staat de blauwe auto geparkeerd.