A1.34: Huishoudelijke apparaten - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tussen, voor, graag, op, heel

1.
De vork ligt ... de lepel en het mes.
(De vork ligt tussen de lepel en het mes.)
2.
De patiënt voelt zich ... moe na de behandeling.
(De patiënt voelt zich heel moe na de behandeling.)
3.
Ik wil ... een afspraak met de dokter maken.
(Ik wil graag een afspraak met de dokter maken.)
4.
De pan staat ... het fornuis.
(De pan staat op het fornuis.)
5.
De eettafel staat ... het raam.
(De eettafel staat voor het raam.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De tuin


De tuin

2

Beterschap!


Beterschap!

3

Geblesseerd


Geblesseerd

4

Het bureau


Het bureau

5

De deur


De deur

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

helpen, snijdt, open, sluiten, sluit

1.
Hij ... de tomaat voor de salade.
(Hij snijdt de tomaat voor de salade.)
2.
Wij ... elkaar bij ziekte en pijn thuis.
(Wij helpen elkaar bij ziekte en pijn thuis.)
3.
Ik ... de deur naar de tuin.
(Ik open de deur naar de tuin.)
4.
Ik ... de deur in de gang.
(Ik sluit de deur in de gang.)
5.
Zij ... het raam boven het bed.
(Zij sluiten het raam boven het bed.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Er ligt een nieuwe vloer in de woonkamer van ons huis.
Er ligt een nieuwe vloer in de woonkamer van ons huis.
2. Ik neem het medicijn graag na het eten in voor de pijn.
Ik neem het medicijn graag na het eten in voor de pijn.
3. Ik heb een klein pijntje in mijn linkerschouder.
Ik heb een klein pijntje in mijn linkerschouder.
4. Ik voel me vandaag niet goed door mijn gezondheid.
Ik voel me vandaag niet goed door mijn gezondheid.
5. Zij komt binnen in de kamer.
Zij komt binnen in de kamer.