A1.45: Muziek en kunst - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

af en toe, zal, altijd, Telkens

1.
Ik fiets ... naar het werk, want ik heb geen auto.
(Ik fiets altijd naar het werk, want ik heb geen auto.)
2.
... als ik een wedstrijd heb, bereid ik me goed voor.
(Telkens als ik een wedstrijd heb, bereid ik me goed voor.)
3.
De actrice ... wel veel geld verdienen.
(De actrice zal wel veel geld verdienen.)
4.
Hij speelt ... tennis met vrienden.
(Hij speelt af en toe tennis met vrienden.)
5.
Ik ... de televisie al aanzetten.
(Ik zal de televisie al aanzetten.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Het evenement


Het evenement

2

Dichtbij


Dichtbij

3

De fiets


De fiets

4

Ver


Ver

5

Lopen


Lopen

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

zwemt, luister, zwem, kijkt, kijken

1.
Hij ... graag naar de muziekvideo.
(Hij kijkt graag naar de muziekvideo.)
2.
Ik ... elke week in het ...bad.
(Ik zwem elke week in het zwembad.)
3.
Zij ... altijd naar de hobby in het weekend.
(Zij kijken altijd naar de hobby in het weekend.)
4.
Hij ... graag naast het voetbalveld.
(Hij zwemt graag naast het voetbalveld.)
5.
Ik ... naar de richting van het station.
(Ik luister naar de richting van het station.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Wij vliegen niet, we nemen de auto vandaag.
Wij vliegen niet, we nemen de auto vandaag.
2. Morgen ga ik met vrienden naar de film kijken.
Morgen ga ik met vrienden naar de film kijken.
3. Zal ik de televisie aanzetten voor de vrijdagavond?
Zal ik de televisie aanzetten voor de vrijdagavond?
4. Wij hebben het gerecht besteld en daarna gespeeld.
Wij hebben het gerecht besteld en daarna gespeeld.
5. Wanneer doe jij jouw hobby in het weekend meestal?
Wanneer doe jij jouw hobby in het weekend meestal?