Woordenschat (10)

 Dansen (dansen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hij danst bijna elke zondag.

Show

Hij danst bijna elke zondag. Show

Dansen

Show

Dansen Show

 Zingen (zingen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zingen jullie in het concert?

Show

Zingen jullie in het concert? Show

Zingen

Show

Zingen Show

 Het museum: Het museum (Nederlands)

Het museum organiseert vandaag een poëzie-expositie.

Show

Het museum organiseert vandaag een poëzie-expositie. Show

Het museum

Show

Het museum Show

 De kunstenaar: De kunstenaar (Nederlands)

De kunstenaar exposeert in het museum vandaag.

Show

De kunstenaar exposeert in het museum vandaag. Show

De kunstenaar

Show

De kunstenaar Show

 De dans: De dans (Nederlands)

De dans in het park trok veel bezoekers.

Show

De dans in het park trok veel bezoekers. Show

De dans

Show

De dans Show

 De kunst: De kunst (Nederlands)

De kunst van mozaïek is inspirerend.

Show

De kunst van mozaïek is inspirerend. Show

De kunst

Show

De kunst Show

 De tentoonstelling: De tentoonstelling (Nederlands)

De tentoonstelling in het museum opent vandaag.

Show

De tentoonstelling in het museum opent vandaag. Show

De tentoonstelling

Show

De tentoonstelling Show

 Het kunstwerk: Het kunstwerk (Nederlands)

Het kunstwerk in het museum is prachtig.

Show

Het kunstwerk in het museum is prachtig. Show

Het kunstwerk

Show

Het kunstwerk Show

 De zanger: De zanger (Nederlands)

De zanger treedt vanavond op in het theater.

Show

De zanger treedt vanavond op in het theater. Show

De zanger

Show

De zanger Show

 De zangeres: De zangeres (Nederlands)

De zangeres zingt vaak in het theater.

Show

De zangeres zingt vaak in het theater. Show

De zangeres

Show

De zangeres Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Beschrijf de activiteiten op de afbeeldingen. (Beschrijf de activiteiten op de foto's.)
  2. Praat over je favoriete kunst en muziek. (Praat over je favoriete kunst en muziek.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Er zijn twee jongens die televisie kijken.

Er zijn twee jongens die televisie kijken.

Je kunt een kunstenaar aan een kunstproject zien werken.

Je kunt een kunstenaar aan een kunstproject zien werken.

Ik houd van de tentoonstelling van Picasso.

Ik houd van de tentoonstelling van Picasso.

Hoe laat begint het concert?

Hoe laat begint het concert?

Ik ga naar een tentoonstelling over moderne kunst.

Ik ga naar een tentoonstelling over moderne kunst.

Ik houd van rock, maar ik geniet ook van een jazzconcert.

Ik houd van rock, maar ik geniet ook van een jazzconcert.

...

Oefening 2: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling
1.
een | Het | organiseert | vandaag | poëzie-expositie. | museum
Het museum organiseert vandaag een poëzie-expositie.
(Het museum organiseert vandaag een poëzie-expositie.)
2.
in het | museum opent | vandaag. | De tentoonstelling
De tentoonstelling in het museum opent vandaag.
(De tentoonstelling in het museum opent vandaag.)
3.
is | mozaïek | inspirerend. | van | kunst | De
De kunst van mozaïek is inspirerend.
(De kunst van mozaïek is inspirerend.)
4.
tonen deze | Weinig tentoonstellingen | kunst. | in België
Weinig tentoonstellingen in België tonen deze kunst.
(Weinig tentoonstellingen in België tonen deze kunst.)
5.
zullen | Verschillende | tonen. | kunstenaars | hun | kunst
Verschillende kunstenaars zullen hun kunst tonen.
(Verschillende kunstenaars zullen hun kunst tonen.)
6.
theater | zingt | in | vanavond. | Hij | het
Hij zingt in het theater vanavond.
(Hij zingt in het theater vanavond.)
7.
de zanger. | op de | muziek van | Jullie dansen
Jullie dansen op de muziek van de zanger.
(Jullie dansen op de muziek van de zanger.)

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Het kunstwerk


Het kunstwerk

2

De zangeres


De zangeres

3

Het museum


Het museum

4

De dans


De dans

5

De tentoonstelling


De tentoonstelling

Oefening 4: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

dans, zing, zingen, danst, zingt

1.
Ik ... altijd onder de douche.
(Ik zing altijd onder de douche.)
2.
Jij ... op het concert.
(Jij danst op het concert.)
3.
... jullie in het concert?
(Zingen jullie in het concert?)
4.
Ik ... in het theater.
(Ik dans in het theater.)
5.
Hij ... in het theater vanavond.
(Hij zingt in het theater vanavond.)
6.
Zij ... een lied van de zanger.
(Zij zingen een lied van de zanger.)
7.
Wij ... in de muziekschool.
(Wij zingen in de muziekschool.)
8.
... jij vaak in de discotheek?
(Zingt jij vaak in de discotheek?)

Oefening 5: Woorden met een trema

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Woorden met een trema

Toon vertaling Toon antwoorden

mozaïek, reëel, poëzie, Italië, België, geïrriteerd

1.
We hebben een kunstwerk gezien dat erg ... leek.
(We hebben een kunstwerk gezien dat erg reëel leek.)
2.
Tijdens het concert voelde ik me ... door de andere mensen.
(Tijdens het concert voelde ik me geïrriteerd door de andere mensen.)
3.
Die kunstenaar maakt beelden van ....
(Die kunstenaar maakt beelden van mozaïek.)
4.
In het museum zagen we prachtige kunst uit ....
(In het museum zagen we prachtige kunst uit België.)
5.
De zangeres zong over liefde en ....
(De zangeres zong over liefde en poëzie.)
6.
Mijn favoriete dans komt uit ....
(Mijn favoriete dans komt uit Italië.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Dansen dansen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik dans ik dans
jij danst jij danst
hij/zij/het danst hij/zij/het danst
wij dansen wij dansen
jullie dansen jullie dansen
zij dansen zij dansen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zingen zingen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik zing ik zing
jij zingt jij zingt
hij/zij/het zingt hij/zij/het zingt
wij zingen wij zingen
jullie zingen jullie zingen
zij zingen zij zingen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏