10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Zingen (zingen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Zingen (zingen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zingen - Vervoeging van Zingen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Zingen (zingen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Muziek en kunst (Muziek en kunst)

Vervoeging van zingen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) zing (ik) zing
(jij) zingt/zingt (jij) zingt/zingt
(hij/zij/het) zingt (hij/zij/het) zingt
(wij) zingen (wij) zingen
(jullie) zingen (jullie) zingen
(zij) zingen (zij) zingen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zing vaak in het theater voor ontspanning. Ik zing vaak in het theater voor ontspanning.
Jij zingt mooi tijdens de tentoonstelling van kunst. Jij zingt mooi tijdens de tentoonstelling van kunst.
De zanger zingt liedjes in het museum. De zanger zingt liedjes in het museum.
Wij zingen samen bij het concert in het centrum. Wij zingen samen bij het concert in het centrum.
Jullie zingen hardop bij de show in de discotheek. Jullie zingen hardop bij de show in de discotheek.
Zij zingen graag tijdens het evenement in het park. Zij zingen graag tijdens het evenement in het park.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

zingen, zing, zingt

1.
Wij ... samen bij het concert in het centrum.
(Wij zingen samen bij het concert in het centrum.)
2.
Zij ... graag tijdens het evenement in het park.
(Zij zingen graag tijdens het evenement in het park.)
3.
De zanger ... liedjes in het museum.
(De zanger zingt liedjes in het museum.)
4.
Ik ... vaak in het theater voor ontspanning.
(Ik zing vaak in het theater voor ontspanning.)
5.
Jullie ... hardop bij de show in de discotheek.
(Jullie zingen hardop bij de show in de discotheek.)
6.
Jij ... mooi tijdens de tentoonstelling van kunst.
(Jij zingt mooi tijdens de tentoonstelling van kunst.)