Zingen (zingen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van zingen (zingen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Zingen (Zingen) |
Gezongen (Gezongen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zing |
ik zing |
jij zingt |
jij zingt |
hij/zij/het zingt |
hij/zij/het zingt |
wij zingen |
wij zingen |
jullie zingen |
jullie zingen |
zij zingen |
zij zingen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zong |
ik zong |
jij zong |
jij zong |
hij/zij/het zong |
hij/zij/het zong |
wij zongen |
wij zongen |
jullie zongen |
jullie zongen |
zij zongen |
zij zongen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gezongen |
ik heb gezongen |
jij hebt gezongen |
jij hebt gezongen |
hij/zij/het heeft gezongen |
hij/zij/het heeft gezongen |
wij hebben gezongen |
wij hebben gezongen |
jullie hebben gezongen |
jullie hebben gezongen |
zij hebben gezongen |
zij hebben gezongen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gezongen |
ik heb gezongen |
jij hebt gezongen |
jij hebt gezongen |
hij/zij/het heeft gezongen |
hij/zij/het heeft gezongen |
wij hebben gezongen |
wij hebben gezongen |
jullie hebben gezongen |
jullie hebben gezongen |
zij hebben gezongen |
zij hebben gezongen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gezongen hebben |
ik zal gezongen hebben |
jij zult gezongen hebben/zal gezongen hebben |
jij zult gezongen hebben/zal gezongen hebben |
hij/zij/het zal gezongen hebben |
hij/zij/het zal gezongen hebben |
wij zullen gezongen hebben |
wij zullen gezongen hebben |
jullie zullen gezongen hebben |
jullie zullen gezongen hebben |
zij zullen gezongen hebben |
zij zullen gezongen hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gezongen hebben |
ik zal gezongen hebben |
jij zult gezongen hebben/zal gezongen hebben |
jij zult gezongen hebben/zal gezongen hebben |
hij/zij/het zal gezongen hebben |
hij/zij/het zal gezongen hebben |
wij zullen gezongen hebben |
wij zullen gezongen hebben |
jullie zullen gezongen hebben |
jullie zullen gezongen hebben |
zij zullen gezongen hebben |
zij zullen gezongen hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou zingen |
ik zou zingen |
jij zou zingen |
jij zou zingen |
hij/zij/het zou zingen |
hij/zij/het zou zingen |
wij zouden zingen |
wij zouden zingen |
jullie zouden zingen |
jullie zouden zingen |
zij zouden zingen |
zij zouden zingen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gezongen hebben |
ik zou gezongen hebben |
jij zou gezongen hebben |
jij zou gezongen hebben |
hij/zij/het zou gezongen hebben |
hij/zij/het zou gezongen hebben |
wij zouden gezongen hebben |
wij zouden gezongen hebben |
jullie zouden gezongen hebben |
jullie zouden gezongen hebben |
zij zouden gezongen hebben |
zij zouden gezongen hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Zing! |
Zing! |
|