Dansen (dansen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Dansen (dansen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dansen - Vervoeging van Dansen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Dansen (dansen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Muziek en kunst (Muziek en kunst)

Vervoeging van dansen in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) dans (ik) dans
(jij) danst/dans jij (jij) danst/dans jij
(hij/zij/het) danst (hij/zij/het) danst
(wij) dansen (wij) dansen
(jullie) dansen (jullie) dansen
(zij) dansen (zij) dansen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik dans graag bij het concert in het park. Ik dans graag bij het concert in het park.
Jij danst mooi op de tentoonstelling vandaag. Jij danst mooi op de tentoonstelling vandaag.
De zangeres danst tijdens de show in het theater. De zangeres danst tijdens de show in het theater.
Wij dansen samen op het evenement in de stad. Wij dansen samen op het evenement in de stad.
Jullie dansen vaak in de discotheek nabij het museum. Jullie dansen vaak in de discotheek nabij het museum.
Zij dansen leuk tijdens de kunstexpositie buiten. Zij dansen leuk tijdens de kunstexpositie buiten.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

dansen, jij, dans, <strong>dans, danst

1.
... ...t mooi op de tentoonstelling vandaag.
(Jij danst mooi op de tentoonstelling vandaag.)
2.
Ik ... graag bij het concert in het park.
(Ik dans graag bij het concert in het park.)
3.
Wij ... samen op het evenement in de stad.
(Wij dansen samen op het evenement in de stad.)
4.
De zangeres ... tijdens de show in het theater.
(De zangeres danst tijdens de show in het theater.)
5.
Zij ... leuk tijdens de kunstexpositie buiten.
(Zij dansen leuk tijdens de kunstexpositie buiten.)
6.
Jullie ... vaak in de discotheek nabij het museum.
(Jullie dansen vaak in de discotheek nabij het museum.)