Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf je avondactiviteit. (Beschrijf je avondactiviteit.)
- Vraag elkaar welke culturele activiteit ze prefereren. (Vraag elkaar welke culturele activiteit ze verkiezen.)
- Nodig iemand uit voor je evenement. (Nodig iemand uit voor je evenement.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De show
De show
2
Zullen
Zullen
3
De uitnodiging
De uitnodiging
4
Het evenement
Het evenement
5
De bioscoop
De bioscoop
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Zet de woorden in de juiste groep: plaatsen en activiteiten voor een avondje uit, of woorden die je gebruikt bij uitnodigingen en plannen maken.
Plaatsen en activiteiten voor een avond uit
Woorden die je gebruikt bij uitnodigingen en plannen maken
Oefening 7: Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)
Toon vertaling Toon antwoordenzullen, Zullen, zal
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.44.2 Grammatica
Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)
Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zullen zullen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zal | (ik) zal |
(jij) zult/zult | (jij) zult/zult |
(hij/zij/het) zal | (hij/zij/het) zal |
(wij) zullen | (wij) zullen |
(jullie) zullen | (jullie) zullen |
(zij) zullen | (zij) zullen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.