10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Wil je eindelijk Nederlands spreken? Boek een les met een van onze docenten!

Schrijf je nu in!

Woordenschat (10)

 Dansen (dansen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hij danst in het museum.

Show

Hij danst in het museum. Show

Dansen

Show

Dansen Show

 Zingen (zingen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Jullie zingen bij de dans in het museum.

Show

Jullie zingen bij de dans in het museum. Show

Zingen

Show

Zingen Show

 De bioscoop: De bioscoop (Nederlands)

De bioscoop is dichtbij het centrum.

Show

De bioscoop is dichtbij het centrum. Show

De bioscoop

Show

De bioscoop Show

 Het concert: Het concert (Nederlands)

Ik zoek het concert in het centrum.

Show

Ik zoek het concert in het centrum. Show

Het concert

Show

Het concert Show

 Het theater: Het theater (Nederlands)

Het theater is dichtbij het park.

Show

Het theater is dichtbij het park. Show

Het theater

Show

Het theater Show

 Het museum: Het museum (Nederlands)

Wij bezoeken het museum in het centrum.

Show

Wij bezoeken het museum in het centrum. Show

Het museum

Show

Het museum Show

 De kunstenaar: De kunstenaar (Nederlands)

De kunstenaar toont zijn schilderijen in het museum.

Show

De kunstenaar toont zijn schilderijen in het museum. Show

De kunstenaar

Show

De kunstenaar Show

 De dans: De dans (Nederlands)

Luisteren wij naar de muziek en de dans?

Show

Luisteren wij naar de muziek en de dans? Show

De dans

Show

De dans Show

 De kunst: De kunst (Nederlands)

De kunst is in het museum dichtbij het park.

Show

De kunst is in het museum dichtbij het park. Show

De kunst

Show

De kunst Show

 De tentoonstelling: De tentoonstelling (Nederlands)

Wij zoeken de tentoonstelling in het museum.

Show

Wij zoeken de tentoonstelling in het museum. Show

De tentoonstelling

Show

De tentoonstelling Show

Gespreksoefening

  1. Beschrijf je avondactiviteit. (Beschrijf je avondactiviteit.)
  2. Vraag elkaar welke culturele activiteit ze prefereren. (Vraag elkaar welke culturele activiteit ze verkiezen.)
  3. Nodig iemand uit voor je evenement. (Nodig iemand uit voor je evenement.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ik ga zaterdag naar een concert.

Ik ga zaterdag naar een concert.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Wil je met me mee naar het concert?

Wil je met me mee naar het concert?

Ik wil vanavond gaan dansen.

Ik wil vanavond gaan dansen.

Heb je zin in karaoke vanavond?

Heb je zin in karaoke vanavond?

Er is een mooie tentoonstelling in het museum.

Er is een mooie tentoonstelling in het museum.

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De kunst


De kunst

2

Het museum


Het museum

3

Het concert


Het concert

4

De bioscoop


De bioscoop

5

Dansen


Dansen

Aanvullend leermateriaal

Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel

Kernwoordenschat (10): Werkwoorden: 2, Zelfstandige naamwoorden: 8,

Nederlands Nederlands
Dansen Dansen
De bioscoop De bioscoop
De dans De dans
De kunst De kunst
De kunstenaar De kunstenaar
De tentoonstelling De tentoonstelling
Het concert Het concert
Het museum Het museum
Het theater Het theater
Zingen Zingen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏