Woordenschat (11)

 De bioscoop: De bioscoop (Nederlands)

Zullen we naar de bioscoop gaan vrijdagavond?

Show

Zullen we naar de bioscoop gaan vrijdagavond? Show

De bioscoop

Show

De bioscoop Show

 Het concert: Het concert (Nederlands)

Zullen we naar het concert gaan vrijdag?

Show

Zullen we naar het concert gaan vrijdag? Show

Het concert

Show

Het concert Show

 Het theater: Het theater (Nederlands)

Zullen we vrijdag naar het theater gaan?

Show

Zullen we vrijdag naar het theater gaan? Show

Het theater

Show

Het theater Show

 De discotheek: De discotheek (Nederlands)

We zullen naar de discotheek gaan vrijdagavond.

Show

We zullen naar de discotheek gaan vrijdagavond. Show

De discotheek

Show

De discotheek Show

 De televisie: De televisie (Nederlands)

Zullen we de televisie straks aanzetten voor de show?

Show

Zullen we de televisie straks aanzetten voor de show? Show

De televisie

Show

De televisie Show

 Het evenement: Het evenement (Nederlands)

Het evenement is om acht uur in het theater.

Show

Het evenement is om acht uur in het theater. Show

Het evenement

Show

Het evenement Show

 De show: De show (Nederlands)

Zullen we nu naar de show gaan in het theater?

Show

Zullen we nu naar de show gaan in het theater? Show

De show

Show

De show Show

 De acteur: De acteur (Nederlands)

De acteur zal in het theater optreden.

Show

De acteur zal in het theater optreden. Show

De acteur

Show

De acteur Show

 De actrice: De actrice (Nederlands)

Komt actrice mee naar de bioscoop?

Show

Komt actrice mee naar de bioscoop? Show

De actrice

Show

De actrice Show

 De uitnodiging: De uitnodiging (Nederlands)

Kijk naar de uitnodiging voor het concert.

Show

Kijk naar de uitnodiging voor het concert. Show

De uitnodiging

Show

De uitnodiging Show

 Zullen (zullen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hij zal naar het concert kijken.

Show

Hij zal naar het concert kijken. Show

Zullen

Show

Zullen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Beschrijf je avondactiviteit. (Beschrijf je avondactiviteit.)
  2. Vraag elkaar welke culturele activiteit ze prefereren. (Vraag elkaar welke culturele activiteit ze verkiezen.)
  3. Nodig iemand uit voor je evenement. (Nodig iemand uit voor je evenement.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ik ga volgende vrijdag naar een concert.

Ik ga volgende vrijdag naar een concert.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Wil je met me mee naar het concert?

Wil je met me mee naar het concert?

Ik wil vanavond gaan dansen.

Ik wil vanavond gaan dansen.

Heb je zin in karaoke vanavond?

Heb je zin in karaoke vanavond?

Wil je met me naar de show in de stad?

Wil je met me naar de show in de stad?

...

Oefening 2: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling
1.
gaan? | vrijdag naar | het theater | Zullen we
Zullen we vrijdag naar het theater gaan?
(Zullen we vrijdag naar het theater gaan?)
2.
verschillende | Zullen | bezoeken? | we | discotheken
Zullen we verschillende discotheken bezoeken?
(Zullen we verschillende discotheken bezoeken?)
3.
de concerten | van deze | maand plannen. | Laten we
Laten we de concerten van deze maand plannen.
(Laten we de concerten van deze maand plannen.)
4.
theater | het | gaan. | naar | zal | Ik
Ik zal naar het theater gaan.
(Ik zal naar het theater gaan.)
5.
het evenement | Zullen actrices | gaan? | vanavond naar
Zullen actrices vanavond naar het evenement gaan?
(Zullen actrices vanavond naar het evenement gaan?)
6.
zaal plaatsen. | in de | Zij zullen | meerdere televisies
Zij zullen meerdere televisies in de zaal plaatsen.
(Zij zullen meerdere televisies in de zaal plaatsen.)
7.
discotheek? | de na | de shows | naar de | Zal jij
Zal jij de na de shows naar de discotheek?
(Zal jij de na de shows naar de discotheek?)

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De show


De show

2

Zullen


Zullen

3

De uitnodiging


De uitnodiging

4

Het evenement


Het evenement

5

De bioscoop


De bioscoop

Oefening 4: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

zullen, zal

1.
... jullie de show zien?
(Zullen jullie de show zien?)
2.
Wij ... naar de discotheek gaan.
(Wij zullen naar de discotheek gaan.)
3.
Zij ... de actrice ontmoeten.
(Zij zullen de actrice ontmoeten.)
4.
... jij naar de bioscoop gaan?
(Zal jij naar de bioscoop gaan?)
5.
Ik ... naar het theater gaan.
(Ik zal naar het theater gaan.)
6.
Hij ... naar het concert kijken.
(Hij zal naar het concert kijken.)

Oefening 5: Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)

Toon vertaling Toon antwoorden

zullen, Zullen, zal

1.
Ik ... de televisie al aanzetten.
(Ik zal de televisie al aanzetten.)
2.
... we morgen naar het theater gaan?
(Zullen we morgen naar het theater gaan?)
3.
Het evenement ... wel saai zijn.
(Het evenement zal wel saai zijn.)
4.
... we samen naar de bioscoop gaan?
(Zullen we samen naar de bioscoop gaan?)
5.
Jullie ... het concert leuk vinden.
(Jullie zullen het concert leuk vinden.)
6.
De uitnodiging ... vast en zeker niet voor mij zijn.
(De uitnodiging zal vast en zeker niet voor mij zijn.)
7.
De actrice ... wel veel geld verdienen.
(De actrice zal wel veel geld verdienen.)
8.
De show ... spectaculair zijn.
(De show zal spectaculair zijn.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.44.1 Grammatica

Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)

Gebruik van zullen (voorstel, belofte, waarschijnlijkheid)


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Zullen zullen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik zal ik zal
jij zult/zal jij zult/zal
hij/zij/het zult/zal hij/zij/het zult/zal
wij zullen wij zullen
jullie zullen jullie zullen
zij zullen zij zullen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏