Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Vraag hoe je naar een gebouw moet gaan. (Vragen hoe je naar een gebouw gaat.)
- Geef de anderen aanwijzingen. (Geef de anderen aanwijzingen.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Ver
Ver
2
Rechtdoor
Rechtdoor
3
Dichtbij
Dichtbij
4
De weg
De weg
5
Rechtsaf
Rechtsaf
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: woorden die je gebruikt om een route te geven of te vragen, en woorden die verwijzen naar plaatsen in de stad.
Richting geven en volgen
Plaatsen en locaties in de stad
Oefening 7: Gebiedende wijs
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Gebiedende wijs
Toon vertaling Toon antwoordenKijkt, wandelen, Loop, Ga, Luistert, Stop, Zoek, Neem
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Luisteren luisteren Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) luister | (ik) luister |
(jij) luister/luistert | (jij) luister/luistert |
(hij/zij/het) luistert | (hij/zij/het) luistert |
(wij) luisteren | (wij) luisteren |
(jullie) luisteren | (jullie) luisteren |
(zij) luisteren | (zij) luisteren |
Zoeken zoeken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zoek | (ik) zoek |
(jij) zoekt / zoek | (jij) zoekt / zoek |
(hij/zij/het) zoekt | (hij/zij/het) zoekt |
(wij) zoeken | (wij) zoeken |
(jullie) zoeken | (jullie) zoeken |
(zij) zoeken | (zij) zoeken |
Stoppen stoppen Delen Gekopieerd!
Voltooid verleden tijd (VVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) ben gestopt | (ik) ben gestopt |
(jij) bent gestopt / bent gestopt? | (jij) bent gestopt / bent gestopt? |
(hij/zij/het) is gestopt | (hij/zij/het) is gestopt |
(wij) zijn gestopt | (wij) zijn gestopt |
(jullie) zijn gestopt | (jullie) zijn gestopt |
(zij) zijn gestopt | (zij) zijn gestopt |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.