Stoppen (stoppen) - Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Stoppen - Vervoeging van Stoppen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid verleden tijd, aantonende wijs (Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs).
Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Stoppen (stoppen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Routebeschrijving vragen en geven (Routebeschrijving vragen en geven)
Voltooid verleden tijd van het werkwoord 'stoppen'
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik heb gestopt | ik heb gestopt |
jij hebt gestopt | jij hebt gestopt |
hij/zij/het heeft gestopt | hij/zij/het heeft gestopt |
wij hebben gestopt | wij hebben gestopt |
jullie hebben gestopt | jullie hebben gestopt |
zij hebben gestopt | zij hebben gestopt |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik heb bij de halte gestopt. | Ik heb bij de halte gestopt. |
Jij hebt de weg gezocht en gestopt. | Jij hebt de weg gezocht en gestopt. |
Hij heeft dichtbij het station gestopt. | Hij heeft dichtbij het station gestopt. |
Wij hebben in het centrum gestopt. | Wij hebben in het centrum gestopt. |
Jullie hebben rechtsaf bij het park gestopt. | Jullie hebben rechtsaf bij het park gestopt. |
Zij hebben voor het adres gestopt. | Zij hebben voor het adres gestopt. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
hebben, heb, heeft, hebt, gestopt
1.
Ik ... bij de halte ....
(Ik heb bij de halte gestopt.)
2.
Jij ... de weg gezocht en ....
(Jij hebt de weg gezocht en gestopt.)
3.
Hij ... dichtbij het station ....
(Hij heeft dichtbij het station gestopt.)
4.
Wij ... in het centrum ....
(Wij hebben in het centrum gestopt.)
5.
Jullie ... rechtsaf bij het park ....
(Jullie hebben rechtsaf bij het park gestopt.)
6.
Zij ... voor het adres ....
(Zij hebben voor het adres gestopt.)