Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf de verschillende vormen van vervoer die je op de afbeeldingen ziet. (Beschrijf de verschillende manieren van vervoer die je op de foto's ziet.)
- Welke vervoermiddelen gebruik je om naar je werk te gaan of voor je dagelijkse activiteiten? (Welke vervoersmiddelen gebruik je om naar je werk te gaan of voor je dagelijkse activiteiten?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
We reizen met het vliegtuig naar Spanje. We reizen met het vliegtuig naar Spanje. |
Ik neem de bus naar mijn werk. Ik neem de bus naar mijn werk. |
Ik fiets altijd naar school. Ik fiets altijd naar school. |
Ik neem een taxi om naar de luchthaven te gaan. Ik neem een taxi om naar de luchthaven te gaan. |
We nemen de trein naar Madrid. We nemen de trein naar Madrid. |
Elke dag loop ik 15 minuten naar de bakker. Elke dag loop ik 15 minuten naar de bakker. |
... |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De auto
De auto
2
Te voet
Te voet
3
De fiets
De fiets
4
De taxi
De taxi
5
De boot
De boot
Oefening 4: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
rijdt, vliegt, rijden, vliegen
Oefening 5: Voorzetsels van richting ( door, langs, naar, ...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Voorzetsels van richting ( door, langs, naar, ...)
Toon vertaling Toon antwoordentot, naar, over, langs, door, om, van
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.42.1 Grammatica
Voorzetsels van richting ( door, langs, naar, ...)
Voorzetsels van richting ( door, langs, naar, ...)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Rijden rijden Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik rijd | ik rijd |
jij rijdt | jij rijdt |
hij/zij/het rijdt | hij/zij/het rijdt |
wij rijden | wij rijden |
jullie rijden | jullie rijden |
zij rijden | zij rijden |
Vliegen vliegen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik vlieg | ik vlieg |
jij vliegt | jij vliegt |
hij/zij/het vliegt | hij/zij/het vliegt |
wij vliegen | wij vliegen |
jullie vliegen | jullie vliegen |
zij vliegen | zij vliegen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.