Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf de hobby op elke afbeelding. (Beschrijf de hobby in elke afbeelding.)
- Wat is je favoriete activiteit? (Wat is je favoriete activiteit?)
- Vraag de anderen naar hun hobby's? (Vraag de anderen naar hun hobby's?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Schilderen
Schilderen
2
Kijken
Kijken
3
De foto
De foto
4
Het boek
Het boek
5
Tekenen
Tekenen
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste groep: activiteiten die je doet en materialen die je gebruikt bij hobby's.
Activiteiten
Materialen bij hobby's
Oefening 7: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Toon vertaling Toon antwoordenMorgen, nu, gauw, Wanneer, Dan, vandaag, Hoelang
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.41.1 Grammatica
Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Lezen lezen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) lees | (ik) lees |
(jij) leest/lees | (jij) leest/lees |
(hij/zij/het) leest | (hij/zij/het) leest |
(wij) lezen | (wij) lezen |
(jullie) lezen | (jullie) lezen |
(zij) lezen | (zij) lezen |
Kijken kijken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) kijk | (ik) kijk |
(jij) kijkt/kijk | (jij) kijkt/kijk |
(hij/zij/het) kijkt | (hij/zij/het) kijkt |
(wij) kijken | (wij) kijken |
(jullie) kijken | (jullie) kijken |
(zij) kijken | (zij) kijken |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.