Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Noem de sport en zeg of je deze in een team (of paar) doet of alleen. (Noem de sport en zeg of je het in teamverband (of als duo) of alleen doet.)
- Doe je aan sport? Hoe vaak? (Doe je aan sport? Hoe vaak?)
- Hou je van sport kijken? (Hou je van sport kijken?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Volleybal is een teamsport. Volleybal is een teamsport. |
Zwemmen is een individuele sport. Zwemmen is een individuele sport. |
Als sport doe ik aan boksen. Als sport doe ik aan boksen. |
Ik speel graag tennis. Ik speel elke woensdag en zaterdag tennis. Ik speel graag tennis. Ik speel elke woensdag en zaterdag tennis. |
Ik kijk niet graag naar sport. Ik word er moe van. Ik kijk niet graag naar sport. Ik word er moe van. |
Ik kijk graag naar basketbalwedstrijden. Ik kijk graag naar basketbalwedstrijden. |
... |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Zwemmen
Zwemmen
2
De wedstrijd
De wedstrijd
3
Boksen
Boksen
4
Het voetbal
Het voetbal
5
Lopen
Lopen
Oefening 4: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
spelen, hebt, zwemt, heb, zwemmen
Oefening 5: Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...)
Toon vertaling Toon antwoordenvaak, soms, nooit, Telkens, af en toe, altijd
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.40.1 Grammatica
Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...)
Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zwemmen zwemmen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik zwem | ik zwem |
jij zwemt | jij zwemt |
hij/zij/het zwemt | hij/zij/het zwemt |
wij zwemmen | wij zwemmen |
jullie zwemmen | jullie zwemmen |
zij zwemmen | zij zwemmen |
Sporten sporten Delen Gekopieerd!
Voltooid verleden tijd (VVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik heb gesport | ik heb gesport |
jij hebt gesport | jij hebt gesport |
hij/zij/het heeft gesport | hij/zij/het heeft gesport |
wij hebben gesport | wij hebben gesport |
jullie hebben gesport | jullie hebben gesport |
zij hebben gesport | zij hebben gesport |
Spelen spelen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik speel | ik speel |
jij speelt/speel | jij speelt/speel |
hij/zij/het speelt | hij/zij/het speelt |
wij spelen | wij spelen |
jullie spelen | jullie spelen |
zij spelen | zij spelen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.