Sporten (sporten) - Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Sporten - Vervoeging van Sporten in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid verleden tijd, aantonende wijs. (Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs).
Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Sporten (sporten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Sport en beweging (Sport en beweging)
Voltooid verleden tijd van sporten
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik heb gesport | ik heb gesport |
jij hebt gesport | jij hebt gesport |
hij/zij/het heeft gesport | hij/zij/het heeft gesport |
wij hebben gesport | wij hebben gesport |
jullie hebben gesport | jullie hebben gesport |
zij hebben gesport | zij hebben gesport |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik heb gisteren gevoetbald. | Ik heb gisteren gevoetbald. |
Jij hebt goed getennist. | Jij hebt goed getennist. |
Hij heeft in de wedstrijd gebokst. | Hij heeft in de wedstrijd gebokst. |
Wij hebben samen gebasketbald. | Wij hebben samen gebasketbald. |
Jullie hebben hard getraind. | Jullie hebben hard getraind. |
Zij hebben vaak gezwommen. | Zij hebben vaak gezwommen. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
heb, heeft, hebben, hebt
1.
Ik ... gisteren gevoetbald.
(Ik heb gisteren gevoetbald.)
2.
Jullie ... hard getraind.
(Jullie hebben hard getraind.)
3.
Hij ... in de wedstrijd gebokst.
(Hij heeft in de wedstrijd gebokst.)
4.
Jij ... goed getennist.
(Jij hebt goed getennist.)
5.
Zij ... vaak gezwommen.
(Zij hebben vaak gezwommen.)
6.
Wij ... samen gebasketbald.
(Wij hebben samen gebasketbald.)