Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...) Delen Gekopieerd!
De bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurt. Voorbeelden zijn dikwijls, altijd, nooit, en soms.
Grammatica: Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...)
A1 Nederlands Bijwoorden van frequentie en duur
Niveau: A1
Module 6: De stad en het dorp (De stad en het dorp)
Les 40: Sport en beweging (Sport en beweging)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Het bijwoord staat meestal direct na het werkwoord in een hoofdzin.
- Het bijwoord staat meestal voor het werkwoord in een bijzin.
Bijwoord (Bijwoord) | Voorbeeld (Voorbeeld) |
---|---|
Altijd (Altijd) | Ik sport altijd in de sportschool. (Ik sport altijd in de sportschool.) |
Nooit (Nooit) | Ik doe nooit aan sport. (Ik doe nooit aan sport.) |
Dikwijls (Dikwijls) | Ik loop dikwijls naar de stad. (Ik loop dikwijls naar de stad.) |
Soms (Soms) | Ik sport soms in de middag. (Ik sport soms in de middag.) |
Af en toe (Af en toe) | Wij gaan af en toe naar de bioscoop. (Wij gaan af en toe naar de bioscoop.) |
Telkens (Telkens) | Telkens als ik daar ben, ga ik hardlopen. (Telkens als ik daar ben, ga ik hardlopen.) |
Oefening 1: Bijwoorden van frequentie (soms, vaak, nooit, ...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
vaak, soms, nooit, Telkens, af en toe, altijd
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
altijd
altijd
2
Telkens
Telkens
3
soms
soms
4
nooit
nooit