Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...) Delen Gekopieerd!
Woorden zoals nu, morgen, wanneer of gauw geven aan wanneer iets gebeurt.
Grammatica: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
A1 Nederlands Bijwoorden van tijd
Niveau: A1
Module 6: De stad en het dorp (De stad en het dorp)
Les 41: Hobby's beschrijven (Hobby's beschrijven)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- De bijwoorden staan meestal achter het werkwoord.
- Hoelang en wanneer zijn vraagwoorden die zich aan het begin van de zin bevinden.
Bijwoord (Bijwoord) | Voorbeeld (Voorbeeld) |
---|---|
nu (nu) | Ik lees nu een boek. (Ik lees nu een boek.) |
vandaag (vandaag) | We maken een schilderij vandaag. (We maken een schilderij vandaag.) |
morgen (morgen) | Ik ga morgen naar de film. (Ik ga morgen naar de film.) |
dan (dan) | We luisteren dan naar muziek. (We luisteren dan naar muziek.) |
wanneer (wanneer) | Wanneer luister jij naar muziek? (Wanneer luister jij naar muziek?) |
gauw (gauw) | Hij komt gauw weer schilderen. (Hij komt gauw weer schilderen.) |
hoelang (hoelang) | Hoelang speel jij al een instrument? (Hoelang speel jij al een instrument?) |
Oefening 1: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Morgen, nu, gauw, Wanneer, Dan, vandaag, Hoelang
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
nu
nu
2
Dan
Dan
3
Hoelang
Hoelang
4
gauw
gauw