10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Zullen (zullen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Zullen (zullen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zullen - Vervoeging van Zullen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Zullen (zullen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Vrijdagavond uit (Vrijdagavond uit)

Vervoeging van zullen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) zal (ik) zal
(jij) zult/zult (jij) zult/zult
(hij/zij/het) zal (hij/zij/het) zal
(wij) zullen (wij) zullen
(jullie) zullen (jullie) zullen
(zij) zullen (zij) zullen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zal een uitnodiging voor het concert sturen. Ik zal een uitnodiging voor het concert sturen.
Zult jij naar de discotheek gaan vanavond? Zult jij naar de discotheek gaan vanavond?
Hij zal de show in het theater bezoeken. Hij zal de show in het theater bezoeken.
Wij zullen samen naar de bioscoop lopen. Wij zullen samen naar de bioscoop lopen.
Jullie zullen het evenement niet missen morgen. Jullie zullen het evenement niet missen morgen.
Zij zullen televisie kijken na het theater. Zij zullen televisie kijken na het theater.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

zal, zullen, zult

1.
Jullie ... het evenement niet missen morgen.
(Jullie zullen het evenement niet missen morgen.)
2.
Wij ... samen naar de bioscoop lopen.
(Wij zullen samen naar de bioscoop lopen.)
3.
Zij ... televisie kijken na het theater.
(Zij zullen televisie kijken na het theater.)
4.
... jij naar de discotheek gaan vanavond?
(Zult jij naar de discotheek gaan vanavond?)
5.
Ik ... een uitnodiging voor het concert sturen.
(Ik zal een uitnodiging voor het concert sturen.)
6.
Hij ... de show in het theater bezoeken.
(Hij zal de show in het theater bezoeken.)