Aanbieden (aanbieden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van aanbieden (aanbieden) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Aanbieden (aanbieden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Dag tot dag)

Les 20: Boodschappen doen (Boodschappen doen)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aanbieden (Aanbieden) Aangeboden (Aangeboden)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) bied aan (ik) bied aan
(jij) biedt aan (jij) biedt aan
(hij/zij/het) biedt aan (hij/zij/het) biedt aan
(wij) bieden aan (wij) bieden aan
(jullie) bieden aan (jullie) bieden aan
(zij) bieden aan (zij) bieden aan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) bood aan (ik) bood aan
(jij) bood aan (jij) bood aan
(hij/zij/het) bood aan (hij/zij/het) bood aan
(wij) boden aan (wij) boden aan
(jullie) boden aan (jullie) boden aan
(zij) boden aan (zij) boden aan

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb aangeboden (ik) heb aangeboden
(jij) hebt/aangeboden (jij) hebt/aangeboden
(hij/zij/het) heeft/aangeboden (hij/zij/het) heeft/aangeboden
(wij) hebben/aangeboden (wij) hebben/aangeboden
(jullie) hebben/aangeboden (jullie) hebben/aangeboden
(zij) hebben/aangeboden (zij) hebben/aangeboden

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb aangeboden (ik) heb aangeboden
(jij) hebt aangeboden / heeft aangeboden (jij) hebt aangeboden / heeft aangeboden
(hij/zij/het) heeft aangeboden (hij/zij/het) heeft aangeboden
(wij) hebben aangeboden (wij) hebben aangeboden
(jullie) hebben aangeboden (jullie) hebben aangeboden
(zij) hebben aangeboden (zij) hebben aangeboden

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal aanbieden (ik) zal aanbieden
(jij) zal aanbieden (jij) zal aanbieden
(hij/zij/het) zal aanbieden (hij/zij/het) zal aanbieden
(wij) zullen aanbieden (wij) zullen aanbieden
(jullie) zullen aanbieden (jullie) zullen aanbieden
(zij) zullen aanbieden (zij) zullen aanbieden

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal hebben aangeboden (ik) zal hebben aangeboden
(jij) zult hebben aangeboden (jij) zult hebben aangeboden
(hij/zij/het) zal hebben aangeboden (hij/zij/het) zal hebben aangeboden
(wij) zullen hebben aangeboden (wij) zullen hebben aangeboden
(jullie) zullen hebben aangeboden (jullie) zullen hebben aangeboden
(zij) zullen hebben aangeboden (zij) zullen hebben aangeboden
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) zou aanbieden (ik) zou aanbieden
(jij) zou aanbieden (jij) zou aanbieden
(hij/zij/het) zou aanbieden (hij/zij/het) zou aanbieden
(wij) zouden aanbieden (wij) zouden aanbieden
(jullie) zouden aanbieden (jullie) zouden aanbieden
(zij) zouden aanbieden (zij) zouden aanbieden

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) zou aangeboden hebben (ik) zou aangeboden hebben
(jij) zou aangeboden hebben (jij) zou aangeboden hebben
(hij/zij/het) zou aangeboden hebben (hij/zij/het) zou aangeboden hebben
(wij) zouden aangeboden hebben (wij) zouden aangeboden hebben
(jullie) zouden aangeboden hebben (jullie) zouden aangeboden hebben
(zij) zouden aangeboden hebben (zij) zouden aangeboden hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Bied aan! Bied aan!