Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Gespreksoefening Delen Gekopieerd!
- Welke items wil je kopen van de getoonde afbeeldingen? (Welke items wil je kopen van de getoonde afbeeldingen?)
- Waar koop je liever je boodschappen? Op een markt of in een supermarkt? (Waar koop je het liefst je eten? Op een markt of in een supermarkt?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Wat moet je kopen? Wat moet je kopen? |
Ik wil wat fruit kopen. Ik wil wat fruit kopen. |
Ik heb appels en sinaasappels nodig. Ik heb appels en sinaasappels nodig. |
Ik wil wat koekjes kopen. Ik wil wat koekjes kopen. |
Ik moet vlees en vis kopen. Ik moet vlees en vis kopen. |
Ik geef de voorkeur aan het kopen van mijn eten op de markt. Ik geef de voorkeur aan het kopen van mijn eten op de markt. |
... |
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Het winkelkarretje
Het winkelkarretje
2
Het fruit
Het fruit
3
Koekjes
Koekjes
4
De supermarkt
De supermarkt
5
De cassière
De cassière
Aanvullend leermateriaal Delen Gekopieerd!
Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel Delen Gekopieerd!
Kernwoordenschat (14): Werkwoorden: 2, Zelfstandige naamwoorden: 11, Zinnen / woordcombinatie: 1
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Aanbieden | Aanbieden |
Boodschappen doen | Boodschappen doen |
De cassière | De cassière |
De groente | De groente |
De kassa | De kassa |
De markt | De markt |
De supermarkt | De supermarkt |
De vis | De vis |
De yoghurt | De yoghurt |
Het fruit | Het fruit |
Het vlees | Het vlees |
Het winkelkarretje | Het winkelkarretje |
Koekjes | Koekjes |
Nodig hebben | Nodig hebben |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.