Accepteren (accepteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van accepteren (accepteren) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Accepteren (Accepteren) |
Geaccepteerd (Geaccepteerd) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) accepteer |
(ik) accepteer |
(jij) accepteert/accepteer |
(jij) accepteert/accepteer |
(hij/zij/het) accepteert |
(hij/zij/het) accepteert |
(wij) accepteren |
(wij) accepteren |
(jullie) accepteren |
(jullie) accepteren |
(zij) accepteren |
(zij) accepteren |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) accepteerde |
(ik) accepteerde |
(jij) accepteerde/accepteerde? |
(jij) accepteerde/accepteerde? |
(hij/zij/het) accepteerde |
(hij/zij/het) accepteerde |
(wij) accepteerden |
(wij) accepteerden |
(jullie) accepteerden |
(jullie) accepteerden |
(zij) accepteerden |
(zij) accepteerden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geaccepteerd |
ik heb geaccepteerd |
jij hebt / jij hebt geaccepteerd |
jij hebt / jij hebt geaccepteerd |
hij/zij/het heeft geaccepteerd |
hij/zij/het heeft geaccepteerd |
wij hebben geaccepteerd |
wij hebben geaccepteerd |
jullie hebben geaccepteerd |
jullie hebben geaccepteerd |
zij hebben geaccepteerd |
zij hebben geaccepteerd |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geaccepteerd |
ik heb geaccepteerd |
jij hebt geaccepteerd / jij hebt geaccepteerd |
jij hebt geaccepteerd / jij hebt geaccepteerd |
hij/zij/het heeft geaccepteerd |
hij/zij/het heeft geaccepteerd |
wij hebben geaccepteerd |
wij hebben geaccepteerd |
jullie hebben geaccepteerd |
jullie hebben geaccepteerd |
zij hebben geaccepteerd |
zij hebben geaccepteerd |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal accepteren |
(ik) zal accepteren |
(jij) zal accepteren / zult accepteren |
(jij) zal accepteren / zult accepteren |
(hij/zij/het) zal accepteren |
(hij/zij/het) zal accepteren |
(wij) zullen accepteren |
(wij) zullen accepteren |
(jullie) zullen accepteren |
(jullie) zullen accepteren |
(zij) zullen accepteren |
(zij) zullen accepteren |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal hebben geaccepteerd |
(ik) zal hebben geaccepteerd |
(jij) zal hebben geaccepteerd / zul hebben geaccepteerd |
(jij) zal hebben geaccepteerd / zul hebben geaccepteerd |
(hij/zij/het) zal hebben geaccepteerd |
(hij/zij/het) zal hebben geaccepteerd |
(wij) zullen hebben geaccepteerd |
(wij) zullen hebben geaccepteerd |
(jullie) zullen hebben geaccepteerd |
(jullie) zullen hebben geaccepteerd |
(zij) zullen hebben geaccepteerd |
(zij) zullen hebben geaccepteerd |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou accepteren |
ik zou accepteren |
jij zou accepteren / zou jij accepteren |
jij zou accepteren / zou jij accepteren |
(hij/zij/het) hij zou accepteren / zij zou accepteren / het zou accepteren |
(hij/zij/het) hij zou accepteren / zij zou accepteren / het zou accepteren |
wij zouden accepteren |
wij zouden accepteren |
jullie zouden accepteren |
jullie zouden accepteren |
zij zouden accepteren |
zij zouden accepteren |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou geaccepteerd hebben |
ik zou geaccepteerd hebben |
jij zou geaccepteerd hebben / zou je geaccepteerd hebben |
jij zou geaccepteerd hebben / zou je geaccepteerd hebben |
hij/zij/het zou geaccepteerd hebben |
hij/zij/het zou geaccepteerd hebben |
wij zouden geaccepteerd hebben |
wij zouden geaccepteerd hebben |
jullie zouden geaccepteerd hebben |
jullie zouden geaccepteerd hebben |
zij zouden geaccepteerd hebben |
zij zouden geaccepteerd hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Accepteer! |
Accepteer! |
|