10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Beschrijven (beschrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van beschrijven (beschrijven) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Beschrijven (beschrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 3: Weekendplannen (Weekendplannen)

Les 21: Op zondag een wandeling maken. (Op zondag een wandeling maken.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Beschrijven (Beschrijven) Beschreven (Beschreven)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) beschrijf (ik) beschrijf
(jij) beschrijft/beschrijf (jij) beschrijft/beschrijf
(hij/zij/het) beschrijft (hij/zij/het) beschrijft
(wij) beschrijven (wij) beschrijven
(jullie) beschrijven (jullie) beschrijven
(zij) beschrijven (zij) beschrijven

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) beschreef (ik) beschreef
(jij) beschreef/beschreefte (jij) beschreef/beschreefte
(hij/zij/het) beschreef (hij/zij/het) beschreef
(wij) beschreven (wij) beschreven
(jullie) beschreven (jullie) beschreven
(zij) beschreven (zij) beschreven

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb beschreven (ik) heb beschreven
(jij) hebt beschreven/hebt beschreven (jij) hebt beschreven/hebt beschreven
(hij/zij/het) heeft beschreven (hij/zij/het) heeft beschreven
(wij) hebben beschreven (wij) hebben beschreven
(jullie) hebben beschreven (jullie) hebben beschreven
(zij) hebben beschreven (zij) hebben beschreven

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb beschreven (ik) heb beschreven
(jij) hebt beschreven / hebt beschreven (jij) hebt beschreven / hebt beschreven
(hij/zij/het) heeft beschreven (hij/zij/het) heeft beschreven
(wij) hebben beschreven (wij) hebben beschreven
(jullie) hebben beschreven (jullie) hebben beschreven
(zij) hebben beschreven (zij) hebben beschreven

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal beschrijven / zal gaan beschrijven (ik) zal beschrijven / zal gaan beschrijven
(jij) zal beschrijven / zal gaan beschrijven (jij) zal beschrijven / zal gaan beschrijven
(hij/zij/het) zal beschrijven / zal gaan beschrijven (hij/zij/het) zal beschrijven / zal gaan beschrijven
(wij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven (wij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven
(jullie) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven (jullie) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven
(zij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven (zij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal beschreven hebben (ik) zal beschreven hebben
(jij) zal beschreven hebben / zul beschreven hebben (jij) zal beschreven hebben / zul beschreven hebben
(hij/zij/het) zal beschreven hebben (hij/zij/het) zal beschreven hebben
(wij) zullen beschreven hebben (wij) zullen beschreven hebben
(jullie) zullen beschreven hebben (jullie) zullen beschreven hebben
(zij) zullen beschreven hebben (zij) zullen beschreven hebben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) zou hebben beschreven (ik) zou hebben beschreven
(jij) zou hebben beschreven (jij) zou hebben beschreven
(hij/zij/het) zou hebben beschreven (hij/zij/het) zou hebben beschreven
(wij) zouden hebben beschreven (wij) zouden hebben beschreven
(jullie) zouden hebben beschreven (jullie) zouden hebben beschreven
(zij) zouden hebben beschreven (zij) zouden hebben beschreven

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou beschreven hebben ik zou beschreven hebben
jij zou beschreven hebben / zou jij beschreven hebben jij zou beschreven hebben / zou jij beschreven hebben
(hij/zij/het) hij zou beschreven hebben / zij zou beschreven hebben / het zou beschreven hebben (hij/zij/het) hij zou beschreven hebben / zij zou beschreven hebben / het zou beschreven hebben
wij zouden beschreven hebben wij zouden beschreven hebben
jullie zouden beschreven hebben jullie zouden beschreven hebben
zij zouden beschreven hebben zij zouden beschreven hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Beschrijf! Beschrijf!