Betalen (betalen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van betalen (betalen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Betalen (Betalen) |
Betaald (Betaald) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) betaal |
(ik) betaal |
(jij) betaalt / betaal |
(jij) betaalt / betaal |
(hij/zij/het) betaalt |
(hij/zij/het) betaalt |
(wij) betalen |
(wij) betalen |
(jullie) betalen |
(jullie) betalen |
(zij) betalen |
(zij) betalen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) betaalde |
(ik) betaalde |
(jij) betaalde/betaaldet |
(jij) betaalde/betaaldet |
(hij/zij/het) betaalde |
(hij/zij/het) betaalde |
(wij) betaalden |
(wij) betaalden |
(jullie) betaalden |
(jullie) betaalden |
(zij) betaalden |
(zij) betaalden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb betaald |
(ik) heb betaald |
(jij) hebt betaald |
(jij) hebt betaald |
(hij/zij/het) heeft betaald |
(hij/zij/het) heeft betaald |
(wij) hebben betaald |
(wij) hebben betaald |
(jullie) hebben betaald |
(jullie) hebben betaald |
(zij) hebben betaald |
(zij) hebben betaald |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb betaald |
(ik) heb betaald |
(jij) hebt betaald |
(jij) hebt betaald |
(hij/zij/het) heeft betaald |
(hij/zij/het) heeft betaald |
(wij) hebben betaald |
(wij) hebben betaald |
(jullie) hebben betaald |
(jullie) hebben betaald |
(zij) hebben betaald |
(zij) hebben betaald |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal betalen |
(ik) zal betalen |
(jij) zult/betaalt |
(jij) zult/betaalt |
(hij/zij/het) zal betalen |
(hij/zij/het) zal betalen |
(wij) zullen betalen |
(wij) zullen betalen |
(jullie) zullen betalen |
(jullie) zullen betalen |
(zij) zullen betalen |
(zij) zullen betalen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal betaald hebben |
(ik) zal betaald hebben |
(jij) zult/zal betaald hebben |
(jij) zult/zal betaald hebben |
(hij/zij/het) zal betaald hebben |
(hij/zij/het) zal betaald hebben |
(wij) zullen betaald hebben |
(wij) zullen betaald hebben |
(jullie) zullen betaald hebben |
(jullie) zullen betaald hebben |
(zij) zullen betaald hebben |
(zij) zullen betaald hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou betalen |
(ik) zou betalen |
(jij) zou betalen |
(jij) zou betalen |
(hij/zij/het) zou betalen |
(hij/zij/het) zou betalen |
(wij) zouden betalen |
(wij) zouden betalen |
(jullie) zouden betalen |
(jullie) zouden betalen |
(zij) zouden betalen |
(zij) zouden betalen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou betaald hebben |
(ik) zou betaald hebben |
(jij) zou betaald hebben |
(jij) zou betaald hebben |
(hij/zij/het) zou betaald hebben |
(hij/zij/het) zou betaald hebben |
(wij) zouden betaald hebben |
(wij) zouden betaald hebben |
(jullie) zouden betaald hebben |
(jullie) zouden betaald hebben |
(zij) zouden betaald hebben |
(zij) zouden betaald hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Betaal! |
Betaal! |
|