Bevallen (bevallen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van bevallen (bevallen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Bevallen (Bevallen) |
Bevallen (Bevallen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) beval |
(ik) beval |
(jij) bevalt |
(jij) bevalt |
(hij/zij/het) bevalt |
(hij/zij/het) bevalt |
(wij) bevallen |
(wij) bevallen |
(jullie) bevallen |
(jullie) bevallen |
(zij) bevallen |
(zij) bevallen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) beviel |
(ik) beviel |
(jij) beviel |
(jij) beviel |
(hij/zij/het) beviel |
(hij/zij/het) beviel |
(wij) bevielen |
(wij) bevielen |
(jullie) bevielen |
(jullie) bevielen |
(zij) bevielen |
(zij) bevielen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ben bevallen |
(ik) ben bevallen |
(jij) bent bevallen |
(jij) bent bevallen |
(hij/zij/het) is bevallen |
(hij/zij/het) is bevallen |
(wij) zijn bevallen |
(wij) zijn bevallen |
(jullie) zijn bevallen |
(jullie) zijn bevallen |
(zij) zijn bevallen |
(zij) zijn bevallen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ben bevallen |
(ik) ben bevallen |
(jij) bent bevallen |
(jij) bent bevallen |
(hij/zij/het) is bevallen |
(hij/zij/het) is bevallen |
(wij) zijn bevallen |
(wij) zijn bevallen |
(jullie) zijn bevallen |
(jullie) zijn bevallen |
(zij) zijn bevallen |
(zij) zijn bevallen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal bevallen zijn |
(ik) zal bevallen zijn |
(jij) zult bevallen zijn / zal bevallen zijn |
(jij) zult bevallen zijn / zal bevallen zijn |
(hij/zij/het) zal bevallen zijn |
(hij/zij/het) zal bevallen zijn |
(wij) zullen bevallen zijn |
(wij) zullen bevallen zijn |
(jullie) zullen bevallen zijn |
(jullie) zullen bevallen zijn |
(zij) zullen bevallen zijn |
(zij) zullen bevallen zijn |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal bevallen zijn |
(ik) zal bevallen zijn |
(jij) zult bevallen zijn/zal bevallen zijn |
(jij) zult bevallen zijn/zal bevallen zijn |
(hij/zij/het) zal bevallen zijn |
(hij/zij/het) zal bevallen zijn |
(wij) zullen bevallen zijn |
(wij) zullen bevallen zijn |
(jullie) zullen bevallen zijn |
(jullie) zullen bevallen zijn |
(zij) zullen bevallen zijn |
(zij) zullen bevallen zijn |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou bevallen |
(ik) zou bevallen |
(jij) zou bevallen |
(jij) zou bevallen |
(hij/zij/het) zou bevallen |
(hij/zij/het) zou bevallen |
(wij) zouden bevallen |
(wij) zouden bevallen |
(jullie) zouden bevallen |
(jullie) zouden bevallen |
(zij) zouden bevallen |
(zij) zouden bevallen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou bevallen zijn |
(ik) zou bevallen zijn |
(jij) zou bevallen zijn |
(jij) zou bevallen zijn |
(hij/zij/het) zou bevallen zijn |
(hij/zij/het) zou bevallen zijn |
(wij) zouden bevallen zijn |
(wij) zouden bevallen zijn |
(jullie) zouden bevallen zijn |
(jullie) zouden bevallen zijn |
(zij) zouden bevallen zijn |
(zij) zouden bevallen zijn |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Beval! |
Beval! |
|