Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Gespreksoefening Delen Gekopieerd!
- Beschrijf de kleuren van de kleding. (Beschrijf de kleuren van de kleding.)
- Beschrijf de haarkleur van elke persoon. (Beschrijf de haarkleur van elke persoon.)
- Beschrijf de kleur van de kleren en het haar van de persoon naast je. (Beschrijf de kleur van de kleding en het haar van de persoon naast je.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
De schoenen van de vrouw op de eerste foto zijn wit. De schoenen van de vrouw op de eerste foto zijn wit. |
Zij heeft bruin haar. Zij heeft bruin haar. |
Een vrouw op de tweede foto draagt gele kleding. Een vrouw op de tweede foto draagt gele kleding. |
Zij heeft blond haar. Zij heeft blond haar. |
Alice heeft blond haar en ze draagt een groene trui en een blauwe broek. Alice heeft blond haar en ze draagt een groene trui en een blauwe broek. |
Alice draagt zwarte laarzen. Alice draagt zwarte laarzen. |
... |
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Wit
Wit
2
De kleur
De kleur
3
Blauw
Blauw
4
Rood
Rood
5
Paars
Paars
Aanvullend leermateriaal Delen Gekopieerd!
Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel Delen Gekopieerd!
Kernwoordenschat (12): Werkwoorden: 1, Bijvoeglijke naamwoorden: 10, Zelfstandige naamwoorden: 1,
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Bevallen | Bevallen |
Blauw | Blauw |
De kleur | De kleur |
Geel | Geel |
Grijs | Grijs |
Groen | Groen |
Oranje | Oranje |
Paars | Paars |
Rood | Rood |
Roze | Roze |
Wit | Wit |
Zwart | Zwart |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.