10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Wil je eindelijk Nederlands spreken? Boek een les met een van onze docenten!

Schrijf je nu in!

Woordenschat (13)

 Bang: Bang (Nederlands)

Ik ben bang voor de storm.

Show

Ik ben bang voor de storm. Show

Bang

Show

Bang Show

 Zich voelen (zich voelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Wij voelen ons moe na de lange dag.

Show

Wij voelen ons moe na de lange dag. Show

Zich voelen

Show

Zich voelen Show

 Glimlachen (glimlachen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Jij glimlacht omdat de zon schijnt.

Show

Jij glimlacht omdat de zon schijnt. Show

Glimlachen

Show

Glimlachen Show

 Gelukkig: Gelukkig (Nederlands)

Hij is gelukkig met zijn nieuwe bril.

Show

Hij is gelukkig met zijn nieuwe bril. Show

Gelukkig

Show

Gelukkig Show

 Verdrietig: Verdrietig (Nederlands)

Het kind is verdrietig en huilt.

Show

Het kind is verdrietig en huilt. Show

Verdrietig

Show

Verdrietig Show

 Goed: Goed (Nederlands)

De kleur van de bril is goed.

Show

De kleur van de bril is goed. Show

Goed

Show

Goed Show

 Lachen (lachen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zij lachen op de verjaardag.

Show

Zij lachen op de verjaardag. Show

Lachen

Show

Lachen Show

 Saai: Saai (Nederlands)

Hij ziet er niet blij uit, want zijn boeken zijn saai.

Show

Hij ziet er niet blij uit, want zijn boeken zijn saai. Show

Saai

Show

Saai Show

 Rustig: Rustig (Nederlands)

Hij is rustig en blij vandaag.

Show

Hij is rustig en blij vandaag. Show

Rustig

Show

Rustig Show

 Zenuwachtig: Zenuwachtig (Nederlands)

Ik ben soms zenuwachtig voor het examen.

Show

Ik ben soms zenuwachtig voor het examen. Show

Zenuwachtig

Show

Zenuwachtig Show

 Slecht: Slecht (Nederlands)

Ik ben bang, want ik voel mij slecht.

Show

Ik ben bang, want ik voel mij slecht. Show

Slecht

Show

Slecht Show

 Blij: Blij (Nederlands)

Hij is blij met zijn nieuwe blauwe bril.

Show

Hij is blij met zijn nieuwe blauwe bril. Show

Blij

Show

Blij Show

 Boos: Boos (Nederlands)

De jongen is boos en hij lacht niet.

Show

De jongen is boos en hij lacht niet. Show

Boos

Show

Boos Show

Gespreksoefening

  1. Wat is de emotie in elke afbeelding? (Wat is de emotie in elke afbeelding?)
  2. Vraag aan de persoon naast je hoe ze zich voelen. (Vraag aan de persoon naast je hoe hij of zij zich voelt.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

De jongen op de eerste foto is blij.

De jongen op de eerste foto is blij.

Het meisje voelt zich moe.

Het meisje voelt zich moe.

Zij is erg boos.

Zij is erg boos.

Hoe voel je je?

Hoe voel je je?

Ik ben rustig en gelukkig.

Ik ben rustig en gelukkig.

Ik ben een beetje moe.

Ik ben een beetje moe.

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Zenuwachtig


Zenuwachtig

2

Lachen


Lachen

3

Verdrietig


Verdrietig

4

Blij


Blij

5

Boos


Boos

Aanvullend leermateriaal

Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel

Kernwoordenschat (13): Werkwoorden: 3, Bijvoeglijke naamwoorden: 10,

Nederlands Nederlands
Bang Bang
Blij Blij
Boos Boos
Gelukkig Gelukkig
Glimlachen Glimlachen
Goed Goed
Lachen Lachen
Rustig Rustig
Saai Saai
Slecht Slecht
Verdrietig Verdrietig
Zenuwachtig Zenuwachtig
Zich voelen Zich voelen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏