Gesprek
1. | Jan : | Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline. | (Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline.) Show |
2. | Sanne: | Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos. | (Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos.) Show |
3. | Jan : | Nu wil zij plots de presentatie vrijdag al, en dat voor twaalf uur! | (Nu wil zij plots de presentatie vrijdag al, en dat voor twaalf uur!) Show |
4. | Sanne: | Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt. | (Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.) Show |
5. | Jan : | Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet. | (Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.) Show |
6. | Sanne: | Helemaal! Je kan je werk niet goed doen met zo'n druk. Ik wil erom lachen, maar het is helemaal niet grappig. | (Helemaal! Je kan je werk niet goed doen met zo'n druk. Ik wil erom lachen, maar het is helemaal niet grappig.) Show |
7. | Jan : | En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds? | (En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?) Show |
8. | Sanne: | Ik ben allesbehalve rustig. Ik ben zenuwachtig en ook niet meer echt gelukkig. Ik krijg er een burn-out door. | (Ik ben allesbehalve rustig. Ik ben zenuwachtig en ook niet meer echt gelukkig. Ik krijg er een burn-out door.) Show |
9. | Jan : | Kom op! Dan ben ik mijn maatje kwijt. Neem je nog een koffie en we gaan door! | (Kom op! Dan ben ik mijn maatje kwijt. Neem je nog een koffie en we gaan door!) Show |
10. | Sanne: | Haha, bedankt. Het is hier saai en grijs op dit kantoor, maar gelukkig heb ik jou! | (Haha, bedankt. Het is hier saai en grijs op dit kantoor, maar gelukkig heb ik jou!) Show |
11. | Jan : | In elk geval, opletten of we worden kaal en dik door zoveel koffie en stress. | (In elk geval, opletten of we worden kaal en dik door zoveel koffie en stress.) Show |
12. | Sanne: | Misschien moeten we even praten met haar. Ze heeft het ook niet altijd makkelijk door die competitieve sfeer hier. | (Misschien moeten we even praten met haar. Ze heeft het ook niet altijd makkelijk door die competitieve sfeer hier.) Show |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- Waarom is Jan boos en zenuwachtig?
- Wanneer is de deadline voor de presentatie?
- Hoe is jouw baas? Hoe voel jij je op je werk?
- Vind de preposities 'Om, door, aan, naar, met' en leg hun functie uit.
Waarom is Jan boos en zenuwachtig?
Wanneer is de deadline voor de presentatie?
Hoe is jouw baas? Hoe voel jij je op je werk?
Vind de preposities 'Om, door, aan, naar, met' en leg hun functie uit.
Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af
Instructie: Vul het juiste woord in.
zenuwachtig, verdrietig, voel, blij, boos
1.
Poeh, Sanne, ik ben echt .... Onze baas geeft weer druk voor de deadline.
(Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline.)
2.
Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt ....
(Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos.)
3.
Ik word er bijna ... van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.
(Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.)
4.
En hoe ... je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?
(En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?)
5.
Inderdaad! Ze is altijd ... als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.
(Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.)
Oefening 3: Orden de tekst
Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.
12
12
Misschien moeten we even praten met haar. Ze heeft het ook niet altijd makkelijk door die competitieve sfeer hier.
(Misschien moeten we even praten met haar. Ze heeft het ook niet altijd makkelijk door die competitieve sfeer hier.)
7
...
En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?
(En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?)
6
...
Helemaal! Je kan je werk niet goed doen met zo'n druk. Ik wil erom lachen, maar het is helemaal niet grappig.
(Helemaal! Je kan je werk niet goed doen met zo'n druk. Ik wil erom lachen, maar het is helemaal niet grappig.)
1
1
Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline.
(Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline.)
9
...
Kom op! Dan ben ik mijn maatje kwijt. Neem je nog een koffie en we gaan door!
(Kom op! Dan ben ik mijn maatje kwijt. Neem je nog een koffie en we gaan door!)
5
...
Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.
(Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.)
8
...
Ik ben allesbehalve rustig. Ik ben zenuwachtig en ook niet meer echt gelukkig. Ik krijg er een burn-out door.
(Ik ben allesbehalve rustig. Ik ben zenuwachtig en ook niet meer echt gelukkig. Ik krijg er een burn-out door.)
2
...
Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos.
(Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos.)
11
...
In elk geval, opletten of we worden kaal en dik door zoveel koffie en stress.
(In elk geval, opletten of we worden kaal en dik door zoveel koffie en stress.)
10
...
Haha, bedankt. Het is hier saai en grijs op dit kantoor, maar gelukkig heb ik jou!
(Haha, bedankt. Het is hier saai en grijs op dit kantoor, maar gelukkig heb ik jou!)
4
...
Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.
(Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.)
3
...
Nu wil zij plots de presentatie vrijdag al, en dat voor twaalf uur!
(Nu wil zij plots de presentatie vrijdag al, en dat voor twaalf uur!)