Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (17) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf het tegenovergestelde in de afbeeldingen met vergelijkingen (meer dan, evenveel als, minder dan). (Beschrijf de tegenstelling in de afbeeldingen met vergelijkingen (meer dan, zo ... als, minder dan).)
- Vraag aan de persoon die naast je zit of ze de voorkeur geven aan zoet of zout eten, zoete of bittere drankjes,... (Vraag aan de persoon die naast je zit of ze de voorkeur geven aan zoet of zout eten, zoete of bittere dranken,...)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Lekker
Lekker
2
Hard
Hard
3
Zien
Zien
4
De stilte
De stilte
5
Zoet
Zoet
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: woorden die te maken hebben met smaak en geur, of woorden die te maken hebben met geluid, licht en gevoel.
Smaak en geur
Geluid, licht en gevoel
Oefening 7: Trappen van vergelijking
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Trappen van vergelijking
Toon vertaling Toon antwoordenzachter, liefste, zuurste, zoetst, luider, beter, minst, zouter
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zien zien Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zie | (ik) zie |
(jij) ziet/zie | (jij) ziet/zie |
(hij/zij/het) ziet | (hij/zij/het) ziet |
(wij) zien | (wij) zien |
(jullie) zien | (jullie) zien |
(zij) zien | (zij) zien |
Ruiken ruiken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) ruik | (ik) ruik |
(jij) ruikt | (jij) ruikt |
(hij/zij/het) ruikt | (hij/zij/het) ruikt |
(wij) ruiken | (wij) ruiken |
(jullie) ruiken | (jullie) ruiken |
(zij) ruiken | (zij) ruiken |
Horen horen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) hoor | (ik) hoor |
(jij) hoort / hoor | (jij) hoort / hoor |
(hij/zij/het) hoort | (hij/zij/het) hoort |
(wij) horen | (wij) horen |
(jullie) horen | (jullie) horen |
(zij) horen | (zij) horen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.