Trappen van vergelijking Delen Gekopieerd!
Bijvoeglijke naamwoorden hebben drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.
Grammatica: Trappen van vergelijking
A1 Nederlands Superlatief
Niveau: A1
Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Objecten en mensen beschrijven)
Les 26: Zintuigen en waarnemen (Zintuigen en waarnemen)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- De stellende trap is het gewone bijvoeglijk naamwoord.
- De vergrotende trap gebruik je om een vergelijking te maken.
- Voor de overtreffende trap staat een lidwoord.
Trap (Trap) | Uitgang (Uitgang) | Voorbeelden (Voorbeelden) |
---|---|---|
Stellende trap (Stellende trap) | - | groot, mooi, dik, klein, lief |
Vergrotende trap (Vergrotende trap) | -er | groter, mooier, dikker, kleiner, liever |
Overtreffende trap (Overtreffende trap) | het/de -st(e) | het grootst, het mooist, het dikst, het kleinst, het liefst |
Uitzonderingen!
- De vergrotende trap gebruikt 'dan': 'Dit huis is kleiner dan dat huis'.
- Onregelmatige vormen: goed → beter → best, veel → meer → meest, graag→ liever→ liefst, weinig→ minder→ minst .
Oefening 1: Trappen van vergelijking
Instructie: Vul het juiste woord in.
zachter, liefste, zuurste, zoetst, luider, beter, minst, zouter
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
zoetst
zoetst
2
liefste
liefste
3
zouter
zouter
4
minst
minst