- De stellende trap is het gewone bijvoeglijk naamwoord.
- De vergrotende trap gebruik je om een vergelijking te maken.
- Voor de overtreffende trap staat een lidwoord.
Trap (Trap) | Uitgang (Uitgang) | Voorbeelden (Voorbeelden) |
---|---|---|
Stellende trap (Stellende trap) | - | groot, mooi, dik, klein, lief |
Vergrotende trap (Vergrotende trap) | -er | groter, mooier, dikker, kleiner, liever |
Overtreffende trap (Overtreffende trap) | het/de -st(e) | het grootst, het mooist, het dikst, het kleinst, het liefst |
Uitzonderingen!
- De vergrotende trap gebruikt 'dan': 'Dit huis is kleiner dan dat huis'.
- Onregelmatige vormen: goed → beter → best, veel → meer → meest, graag→ liever→ liefst, weinig→ minder→ minst .
Oefening 1: Trappen van vergelijking
Instructie: Vul het juiste woord in.
zachter, liefste, zuurste, zoetst, luider, beter, minst, zouter
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Dit huis is ______ dan dat huis.
2. De appel is ______ dan de peer.
3. Dat is ______ schilderij van het museum.
4. Deze geur is ______ sterk dan die van gisteren.
5. Ik luister ______ naar klassieke muziek dan naar rockmuziek.
6. Dit is ______ hotel in de buurt.