10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Horen (horen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Horen (horen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Horen - Vervoeging van Horen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Horen (horen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Zintuigen en waarnemen (Zintuigen en waarnemen)

Vervoeging van horen in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) hoor (ik) hoor
(jij) hoort / hoor (jij) hoort / hoor
(hij/zij/het) hoort (hij/zij/het) hoort
(wij) horen (wij) horen
(jullie) horen (jullie) horen
(zij) horen (zij) horen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik hoor het geluid van de stad buiten. Ik hoor het geluid van de stad buiten.
Jij hoort de stilte tijdens de avondwandeling. Jij hoort de stilte tijdens de avondwandeling.
Hij hoort het zachte geluid van de vogel. Hij hoort het zachte geluid van de vogel.
Wij horen de zoete geur van de bloemen. Wij horen de zoete geur van de bloemen.
Jullie horen het harde geluid van de muziek. Jullie horen het harde geluid van de muziek.
Zij horen het frisse geluid van de regen. Zij horen het frisse geluid van de regen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

<strong>hoor, hoort, hoor, horen

1.
Wij ... de zoete geur van de bloemen.
(Wij horen de zoete geur van de bloemen.)
2.
Jullie ... het harde geluid van de muziek.
(Jullie horen het harde geluid van de muziek.)
3.
Zij ... het frisse geluid van de regen.
(Zij horen het frisse geluid van de regen.)
4.
Ik ... het geluid van de stad buiten.
(Ik hoor het geluid van de stad buiten.)
5.
Jij ...t de stilte tijdens de avondwandeling.
(Jij hoort de stilte tijdens de avondwandeling.)
6.
Hij ... het zachte geluid van de vogel.
(Hij hoort het zachte geluid van de vogel.)