Dragen (dragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van dragen (dragen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Dragen (Dragen) |
Gedragen (Gedragen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) draag |
(ik) draag |
(jij) draagt/draag |
(jij) draagt/draag |
(hij/zij/het) draagt |
(hij/zij/het) draagt |
(wij) dragen |
(wij) dragen |
(jullie) dragen |
(jullie) dragen |
(zij) dragen |
(zij) dragen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) droeg |
(ik) droeg |
(jij) droeg/droegde |
(jij) droeg/droegde |
(hij/zij/het) droeg |
(hij/zij/het) droeg |
(wij) droegen |
(wij) droegen |
(jullie) droegen |
(jullie) droegen |
(zij) droegen |
(zij) droegen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gedragen |
(ik) heb gedragen |
(jij) hebt/heb gedragen |
(jij) hebt/heb gedragen |
(hij/zij/het) heeft gedragen |
(hij/zij/het) heeft gedragen |
(wij) hebben gedragen |
(wij) hebben gedragen |
(jullie) hebben gedragen |
(jullie) hebben gedragen |
(zij) hebben gedragen |
(zij) hebben gedragen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gedragen |
(ik) heb gedragen |
(jij) hebt/heb gedragen |
(jij) hebt/heb gedragen |
(hij/zij/het) heeft gedragen |
(hij/zij/het) heeft gedragen |
(wij) hebben gedragen |
(wij) hebben gedragen |
(jullie) hebben gedragen |
(jullie) hebben gedragen |
(zij) hebben gedragen |
(zij) hebben gedragen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal dragen |
(ik) zal dragen |
(jij) zal dragen |
(jij) zal dragen |
(hij/zij/het) zal dragen |
(hij/zij/het) zal dragen |
(wij) zullen dragen |
(wij) zullen dragen |
(jullie) zullen dragen |
(jullie) zullen dragen |
(zij) zullen dragen |
(zij) zullen dragen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gedragen hebben |
(ik) zal gedragen hebben |
(jij) zult/zal gedragen hebben |
(jij) zult/zal gedragen hebben |
(hij/zij/het) zal gedragen hebben |
(hij/zij/het) zal gedragen hebben |
(wij) zullen gedragen hebben |
(wij) zullen gedragen hebben |
(jullie) zullen gedragen hebben |
(jullie) zullen gedragen hebben |
(zij) zullen gedragen hebben |
(zij) zullen gedragen hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou dragen |
(ik) zou dragen |
(jij) zou dragen |
(jij) zou dragen |
(hij/zij/het) zou dragen |
(hij/zij/het) zou dragen |
(wij) zouden dragen |
(wij) zouden dragen |
(jullie) zouden dragen |
(jullie) zouden dragen |
(zij) zouden dragen |
(zij) zouden dragen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gedragen hebben |
(ik) zou gedragen hebben |
(jij) zou gedragen hebben |
(jij) zou gedragen hebben |
(hij/zij/het) zou gedragen hebben |
(hij/zij/het) zou gedragen hebben |
(wij) zouden gedragen hebben |
(wij) zouden gedragen hebben |
(jullie) zouden gedragen hebben |
(jullie) zouden gedragen hebben |
(zij) zouden gedragen hebben |
(zij) zouden gedragen hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Draag! |
Draag! |
|