Drinken (drinken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van drinken (drinken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Drinken (Drinken) |
Gedronken (Gedronken) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik drink |
ik drink |
jij drinkt |
jij drinkt |
hij/zij/het drinkt |
hij/zij/het drinkt |
wij drinken |
wij drinken |
jullie drinken |
jullie drinken |
zij drinken |
zij drinken |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik dronk |
ik dronk |
jij dronk |
jij dronk |
hij/zij/het dronk |
hij/zij/het dronk |
wij dronken |
wij dronken |
jullie dronken |
jullie dronken |
zij dronken |
zij dronken |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gedronken |
ik heb gedronken |
jij hebt gedronken |
jij hebt gedronken |
hij/zij/het heeft gedronken |
hij/zij/het heeft gedronken |
wij hebben gedronken |
wij hebben gedronken |
jullie hebben gedronken |
jullie hebben gedronken |
zij hebben gedronken |
zij hebben gedronken |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gedronken |
ik heb gedronken |
jij hebt/heb gedronken |
jij hebt/heb gedronken |
hij/zij/het heeft gedronken |
hij/zij/het heeft gedronken |
wij hebben gedronken |
wij hebben gedronken |
jullie hebben gedronken |
jullie hebben gedronken |
zij hebben gedronken |
zij hebben gedronken |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gedronken hebben |
ik zal gedronken hebben |
jij zult/zal gedronken hebben |
jij zult/zal gedronken hebben |
hij/zij/het zal gedronken hebben |
hij/zij/het zal gedronken hebben |
wij zullen gedronken hebben |
wij zullen gedronken hebben |
jullie zullen gedronken hebben |
jullie zullen gedronken hebben |
zij zullen gedronken hebben |
zij zullen gedronken hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal hebben gedronken |
ik zal hebben gedronken |
jij zult hebben gedronken / zal hebben gedronken |
jij zult hebben gedronken / zal hebben gedronken |
hij/zij/het zal hebben gedronken |
hij/zij/het zal hebben gedronken |
wij zullen hebben gedronken |
wij zullen hebben gedronken |
jullie zullen hebben gedronken |
jullie zullen hebben gedronken |
zij zullen hebben gedronken |
zij zullen hebben gedronken |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou drinken |
ik zou drinken |
jij zou drinken |
jij zou drinken |
hij/zij/het zou drinken |
hij/zij/het zou drinken |
wij zouden drinken |
wij zouden drinken |
jullie zouden drinken |
jullie zouden drinken |
zij zouden drinken |
zij zouden drinken |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gedronken hebben |
ik zou gedronken hebben |
jij zou gedronken hebben |
jij zou gedronken hebben |
hij/zij/het zou gedronken hebben |
hij/zij/het zou gedronken hebben |
wij zouden gedronken hebben |
wij zouden gedronken hebben |
jullie zouden gedronken hebben |
jullie zouden gedronken hebben |
zij zouden gedronken hebben |
zij zouden gedronken hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Drink! |
Drink! |
|