Woordenschat (23) Delen Gekopieerd!
Gespreksoefening Delen Gekopieerd!
- Zeg wat de mensen op de foto doen. (Zeg wat de mensen op de foto doen.)
- Noem de namen van de gerechten op de foto's. (Zeg de naam van de gerechten op de foto's.)
- Wat eet of drink je? (Wat eet of drink je?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Het meisje eet een boterham. Het meisje eet een boterham. |
De man drinkt water. De man drinkt water. |
De jongen eet eieren. De jongen eet eieren. |
De vrouw drinkt een koffie. De vrouw drinkt een koffie. |
Ik zie thee. Ik zie thee. |
Ik drink water en koffie of thee. Ik drink water en koffie of thee. |
... |
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De koffie
De koffie
2
Het avondeten
Het avondeten
3
De wortel
De wortel
4
De eieren
De eieren
5
De sla
De sla
Aanvullend leermateriaal Delen Gekopieerd!
Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel Delen Gekopieerd!
Kernwoordenschat (23): Werkwoorden: 2, Zelfstandige naamwoorden: 21,
Nederlands | Nederlands |
---|---|
De aardappel | De aardappel |
De appel | De appel |
De banaan | De banaan |
De eieren | De eieren |
De kaas | De kaas |
De knoflook | De knoflook |
De koffie | De koffie |
De komkommer | De komkommer |
De melk | De melk |
De paprika | De paprika |
De sinaasappel | De sinaasappel |
De sla | De sla |
De thee | De thee |
De tomaat | De tomaat |
De ui | De ui |
De wortel | De wortel |
Drinken | Drinken |
Eten | Eten |
Het avondeten | Het avondeten |
Het brood | Het brood |
Het ontbijt | Het ontbijt |
Het water | Het water |
Het zout | Het zout |
Bijlage 2: Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Ontbijten ontbijten Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik ontbijt | ik ontbijt |
jij ontbijt | jij ontbijt |
hij/zij/het ontbijt | hij/zij/het ontbijt |
wij ontbijten | wij ontbijten |
jullie ontbijten | jullie ontbijten |
zij ontbijten | zij ontbijten |
Drinken drinken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik drink | ik drink |
jij drinkt | jij drinkt |
hij/zij/het drinkt | hij/zij/het drinkt |
wij drinken | wij drinken |
jullie drinken | jullie drinken |
zij drinken | zij drinken |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.