Dromen (dromen) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd , conditionele wijs)

 Dromen (dromen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dromen - Vervoeging van Dromen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd , conditionele wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Dromen (dromen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Bucketlist (Bucketlist)

Vervoeging van dromen in de voorwaardelijke tegenwoordige tijd (CTT)

Nederlands Nederlands
ik zou dromen ik zou dromen
jij zou dromen jij zou dromen
hij/zij/het zou dromen hij/zij/het zou dromen
wij zouden dromen wij zouden dromen
jullie zouden dromen jullie zouden dromen
zij zouden dromen zij zouden dromen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zou dromen van een wereldreis maken. Ik zou dromen van een wereldreis maken.
Jij zou dromen over het beroep van schrijver. Jij zou dromen over het beroep van schrijver.
Zij zou dromen van haar wens te realiseren. Zij zou dromen van haar wens te realiseren.
Wij zouden dromen over onze toekomst plannen. Wij zouden dromen over onze toekomst plannen.
Jullie zouden dromen over het begin van iets moois. Jullie zouden dromen over het begin van iets moois.
Zij zouden dromen dat niets onmogelijk is. Zij zouden dromen dat niets onmogelijk is.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

ik zou dromen, wij zouden dromen, jullie zouden dromen, zij, jij zou dromen, dromen, zij zouden dromen, zou

1.
... over het begin van iets moois.
(Jullie zouden dromen over het begin van iets moois.)
2.
... over onze toekomst plannen.
(Wij zouden dromen over onze toekomst plannen.)
3.
... over het beroep van schrijver.
(Jij zou dromen over het beroep van schrijver.)
4.
... van een wereldreis maken.
(Ik zou dromen van een wereldreis maken.)
5.
... ... ... van haar wens te realiseren.
(Zij zou dromen van haar wens te realiseren.)
6.
... dat niets onmogelijk is.
(Zij zouden dromen dat niets onmogelijk is.)