10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Eten (eten) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Eten (eten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Eten - Vervoeging van Eten in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid verleden tijd, aantonende wijs. (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Eten (eten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Dagelijks eten (Dagelijks eten)

Vervoeging van eten in onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) at (ik) at
(jij) at/ate (jij) at/ate
(hij/zij/het) at (hij/zij/het) at
(wij) aten (wij) aten
(jullie) aten (jullie) aten
(zij) aten (zij) aten

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik at de pasta na de workshop gisteren. Ik at de pasta na de workshop gisteren.
Jij at snel een snack voordat de sessie begon. Jij at snel een snack voordat de sessie begon.
Hij at genoeg frietjes tijdens het groepseten. Hij at genoeg frietjes tijdens het groepseten.
Wij aten Chinees eten na de cursus samen. Wij aten Chinees eten na de cursus samen.
Jullie aten fastfood omdat er weinig tijd was. Jullie aten fastfood omdat er weinig tijd was.
Zij aten een grote portie pasta na het werk. Zij aten een grote portie pasta na het werk.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

aten, at

1.
Wij ... chinees eten na de cursus samen.
(Wij aten chinees eten na de cursus samen.)
2.
Jij ... snel een snack voord... de sessie begon.
(Jij at snel een snack voordat de sessie begon.)
3.
Hij ... genoeg frietjes tijdens het groepseten.
(Hij at genoeg frietjes tijdens het groepseten.)
4.
Ik ... de pasta na de workshop gisteren.
(Ik at de pasta na de workshop gisteren.)
5.
Jullie ... fastfood omdat er weinig tijd was.
(Jullie aten fastfood omdat er weinig tijd was.)
6.
Zij ... een grote portie pasta na het werk.
(Zij aten een grote portie pasta na het werk.)