Haten (haten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van haten (haten) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Haten (Haten) |
Gehaat (Gehaat) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik haat |
ik haat |
jij haat |
jij haat |
hij/zij/het haat |
hij/zij/het haat |
wij haten |
wij haten |
jullie haten |
jullie haten |
zij haten |
zij haten |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik haatte |
ik haatte |
jij haatte |
jij haatte |
hij/zij/het haatte |
hij/zij/het haatte |
wij haatten |
wij haatten |
jullie haatten |
jullie haatten |
zij haatten |
zij haatten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gehaat |
ik heb gehaat |
jij hebt gehaat/heb je gehaat |
jij hebt gehaat/heb je gehaat |
hij/zij/het heeft gehaat |
hij/zij/het heeft gehaat |
wij hebben gehaat |
wij hebben gehaat |
jullie hebben gehaat |
jullie hebben gehaat |
zij hebben gehaat |
zij hebben gehaat |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gehaat |
ik heb gehaat |
jij hebt gehaat |
jij hebt gehaat |
hij/zij/het heeft gehaat |
hij/zij/het heeft gehaat |
wij hebben gehaat |
wij hebben gehaat |
jullie hebben gehaat |
jullie hebben gehaat |
zij hebben gehaat |
zij hebben gehaat |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gehaat hebben |
ik zal gehaat hebben |
jij zult/zal gehaat hebben |
jij zult/zal gehaat hebben |
hij/zij/het zal gehaat hebben |
hij/zij/het zal gehaat hebben |
wij zullen gehaat hebben |
wij zullen gehaat hebben |
jullie zullen gehaat hebben |
jullie zullen gehaat hebben |
zij zullen gehaat hebben |
zij zullen gehaat hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gehaat hebben |
ik zal gehaat hebben |
jij zal gehaat hebben |
jij zal gehaat hebben |
hij/zij/het zal gehaat hebben |
hij/zij/het zal gehaat hebben |
wij zullen gehaat hebben |
wij zullen gehaat hebben |
jullie zullen gehaat hebben |
jullie zullen gehaat hebben |
zij zullen gehaat hebben |
zij zullen gehaat hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou haten |
ik zou haten |
jij zou haten |
jij zou haten |
hij/zij/het zou haten |
hij/zij/het zou haten |
wij zouden haten |
wij zouden haten |
jullie zouden haten |
jullie zouden haten |
zij zouden haten |
zij zouden haten |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gehaat hebben |
ik zou gehaat hebben |
jij zou gehaat hebben |
jij zou gehaat hebben |
hij/zij/het zou gehaat hebben |
hij/zij/het zou gehaat hebben |
wij zouden gehaat hebben |
wij zouden gehaat hebben |
jullie zouden gehaat hebben |
jullie zouden gehaat hebben |
zij zouden gehaat hebben |
zij zouden gehaat hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Ha! |
Ha! |
|